Bron: Spellenlab
Roodkapje gaat op stap met lekkernijen voor grootmoeder.
In het bed van grootmoeder ligt de wolf op de loer.
Het spelbord, opgebouwd uit vier grote puzzelstukken en een 3D-bed met daarin grootmoeder, wordt in het midden van de tafel geplaatst.
Grootmoeder wordt bij het begin van het spel omgetoverd in de wolf, door een 'masker' op te zetten. Roodkapje wordt op een kleine draaischijf aan het voeteneinde van het bed geplaatst.
Alle spelers moeten straks drie lekkernijen naar grootmoeder brengen. Ze verplaatsen telkens 1 pion. Wie dobbelt gaat het overeenkomstig aantal plaatsen vooruit. Belandt de pion op een steen, dan is de volgende speler aan de beurt. Belandt de pion in het huisje van de heks, op één van de afbeeldingen van de wolf, dan draait de speler Roodkapje één keer rond. Blijft de wolf stil in bed liggen, dan zet de speler de lekkernij voor zich en speelt hij de volgende ronde met de tweede pion. Schiet de wolf echter wakker, dan moet de pion weer bij start vertrekken. Wie als eerste zijn drie pionnen heeft uitgespeeld, mag het fotokadertje dat aan het hoofdeinde van het bed zit, omdraaien. Die speler bevrijdt hierdoor grootmoeder van de wolf.
In dit spel moet een speler veel geluk hebben. Zelf kunnen de spelers niet meer doen dan goed dobbelen. De wolf komt telkens recht na een derde keer Roodkapje te hebben gedraaid, maar ook daar kunnen spelers niets aan doen: de eigen impact op het spel is onbestaande.