Bron: Spellenlab
38 houten blokken worden op tafel geplaatst. De speler kiest één van de 20 opdrachtkaarten en plaatst deze via een speciaal systeem bovenop de houten kist.
De opdrachtkaart toont drie aanzichten van een na te bouwen figuur: zij-, achter- en boven-aanzicht. De zwarte figuren op de opdrachtkaart stellen de schaduwen voor die het bouwsel werpt. Door logisch na te denken, moet de speler achterhalen welke blokken waar geplaatst moeten worden.
De uitgever voegt een uitwisbare stift toe om zelf bouwsels te bedenken.
De blokken en de schaduwen zijn even groot zodat het kind kan "kijken" op ooghoogte om te controleren of zijn bouwsel aan alle voorwaarden voldoet.