Bron: Spellenlab
Toen ik de doos de eerste keer in mijn handen had, dacht ik met een kruising tussen Tayü en Scrabble te maken te hebben. Dat klopt voor een stuk.
Bij Loopit wordt op een speelbord gespeeld dat veel gelijkenissen vertoont met de scoremogelijkheden bij Scrabble: vakken die 2x, 3x tot 6x (naar de hoeken toe) scoren. De te plaatsen tegels stellen een lijnenpatroon voor dat wat grilliger overkomt dan het sobere lijnenspel van Tayü. Elke tegel heeft bovendien een eigen waarde (1-8p).
Eén tegel wordt in het midden geplaatst. Elke speler krijgt een rekje met 5 stenen uit de buidel. Wie aan de beurt komt mag drie van deze stenen aanleggen (minder mag ook – maar dan scoor je minder punten). De stenen kunnen maar op één manier in de vakjes van het speelbord gelegd worden. Hierdoor liggen alle stenen met hun cijferwaarde op dezelfde wijze gerangschikt.
Scoren doe je door de som te maken van de waarde van je net geplaatste steen met de steen (of stenen) waarmee hij in het verlengde ligt (waarop de lijnen netjes doorlopen). Ligt je steen op een 2x, 3x ... vakje dan wordt de waarde van de steen met evenveel vermenigvuldigd.
Nadien vult de speler zijn plankje weer tot 5 stenen aan en komt de volgende speler aan de beurt. Het spel eindigt als niemand nog stenen kan aanleggen. Wie dan de meeste punten gescoord heeft, wint het spel.
Het idee lijkt aantrekkelijk. Helaas speelt dit spel niet zo vlot. De geluksfactor is net te groot om het gevoel te krijgen dat je het spel kan sturen. Je wacht maar af tot je aan de beurt komt en overloopt dan je aanleg- en scoremogelijkheden. Het uiteindelijke resultaat (een speelbord met een netwerk van lijnen) oogt niet mooi. Het geheel komt veel te druk over. Ik had er meer van verwacht.