Bron: Spellenlab
Pipolo is een klein blufspel voor jonge kinderen waarbij enkele ruimtelijke begrippen als “erin, erachter, eronder en erop” ingeoefend worden. Op 48 kaarten staan dieren die in, achter, onder of op een doos staan. 12 jokerkaarten vervolledigen het spel.
Alle kaarten worden aan de spelers verdeeld. Dit geeft bij jonge kinderen problemen: het is niet vanzelfsprekend voor hen om 30, 20 of 15 kaarten zo in de hand te houden dat ze een redelijk overzicht hebben op de eigen beschikbare kaarten.
De startspeler legt een kaart naar keuze open neer op tafel. Hij zegt ook waar het dier zich bevindt (b.v. de muis zit onder de doos). Elke volgende speler moet nu deze positie volgen of veranderen. Iedereen speelt zijn kaart verdekt uit en herhaalt de positie of kiest voor een andere positie. Je mag echter slechts veranderen van positie door een jokerkaart (ook verdekt) te spelen.
De medespelers moeten bij elke verdekt gespeelde kaart van hun voorganger inschatten of die aan het bluffen is of niet. Als je echt denkt dat je voorganger liegt, daag je hem uit. Blijkt deze inderdaad zich niet aan de afspraak te houden (positie volgen met een dierkaart of positie veranderen met een jokerkaart), moet die speler alle tot dan gespeelde kaarten nemen. In het andere geval moet de uitdager alle kaarten in de hand nemen.
Wie als eerste al zijn kaarten kan uitspelen, wint dit blufspel.
Pipolo heeft iets en moet zeker met de doelgroep uitgeprobeerd worden. Het grootste probleem blijft echter de hanteerbaarheid van de vele kaarten in de hand. De illustraties zijn heel grappig en de dieren staan duidelijk op, onder, in of achter hun doos getekend.