Bron: Spellenlab
Het konijn staan aan de start van de weg. De boer staat op het einde (veelkleurige vak). Verspreid over het spelbord zitten allerlei wortelen in de grond.
Het is een coöperatief spel, we zijn samen het konijn. We dobbelen en mogen naar het eerstvolgende vakje met de overeenkomstige kleur. Daarop staat een cijfer (1-2-3-4). We mogen dat aantal wortelen uit het spelbord trekken. De wortelen waar aan geknabbeld werd, mogen we houden. De andere moeten we terug op dezelfde plaats in het spelbord steken.
Wij winnen, als konijn, als we aan de zijkant van de speldoos twee lengtes kunnen vullen met wortelen. Er staat een soort meetlat op de zijkant van de speldoos waarbij we starten aan de 0 en de richting van de pijl volgen.
We verliezen, als konijn, als we op het laatste vakje terecht komen en de boer ons vangt, vóór we twee lengtes (zijkant speldoos) wortelen hebben kunnen verzamelen.
In dit spel gebruiken we ons geheugen om te onthouden waar de wortelen zitten die niet beknabbeld zijn.
Daarnaast is het rijtje maken waarbij het puntje van de wortel telkens het loof van de vorige wortel raakt een beginnende meetvaardigheid. De meetlat op de zijkant van de doos geeft al een idee van de maatindeling die in de lagere school zal aangeleerd worden.
Een leuk, luchtig spel, waarbij we samen werken en terwijl enkele interessante vaardigheden inoefenen.