Bron: Spellenlab
Het speelbord toont de kaart van de landen rondom de Middellandse Zee. Uiterst rechts start de speler die de rol van Odysseus speelt. Hij beschikt over 6 schepen in de stad Troje. Uiterst links staat de pion van Poseidon. Deze speler heeft ook nog drie wolkenstenen.
De schepen van Odysseus kunnen maar in één richting het traject afleggen terwijl de Poseidon zijn speelstukken zowel voor- als achterwaarts mag bewegen.
Doorheen de Middellandse Zee lopen enkele gekleurde trajecten met hier en daar wat zijwegen. Het traject over de vier eerste haltes zijn rood gekleurd, het volgende stuk is groen en het laatste traject richting Ithaka is geel. Onderweg zijn 13 taferelen en namen uit het verhaal afgebeeld.
Beide spelers spelen tegen elkaar. Odysseus zal winnen indien hij Ithaka met één van zijn schepen bereikt. Poseidon probeert dit te verhinderen door alle schepen uit te schakelen.
Odysseus beschikt over drie gekleurde dobbelstenen die iets te maken hebben met de drie soorten trajecten op het speelbord. Na de worp mag hij drie schepen verplaatsen. Indien een schip verplaatst wordt over een traject dat overeenkomt met de kleur van de gebruikte dobbelsteen mag de speler dit puntenaantal verdubbelen. Dit kan heel nuttig zijn om gevaarlijke plaatsen op het parcours te vermijden.
Komt een schip toch op een gevaarlijke plaats dan moet een gebeurteniskaart die bij die plaats hoort getrokken worden. Er zijn er vier per plaats. Daardoor kan de speler geluk hebben maar evengoed pech. Soms zijn er plaatsen waar veel stroming aanwezig is waardoor de schepen meteen wat verder opschuiven.
Ondertussen probeert Poseidon dit te verhinderen. Hij beschikt over een gewone witte dobbelsteen en een achtzijdige. De witte dobbelsteenworp verplaatst één van zijn drie beschikbare wolkenstenen en de achtzijdige doet de zwarte grote pion bewegen. In tegenstelling tot de schepen van Odysseus mogen de pionnen van Poseidon zowel vooruit als achteruit. Het doel van Poseidon is om op tactisch interessante plaatsen stormen te doen opsteken en ondertussen met zijn pion naar Odysseus te stappen. Staat Poseidon op een schip dan wordt de draaitol gespind. Bij een even resultaat lijdt het schip geen schade maar bij een oneven resultaat wordt eerst het zeil verwijderd en bij een tweede aanval het schip zelf vernietigd.
Poseidon beschikt nog over drie stormstenen. Indien deze een schip raken dan lijdt het schip gelukkig geen schade maar wordt wel in een richting bepaald door Poseidon vooruit of achteruit geblazen. De draaitol bepaalt het aantal vakjes.
Zodra Odysseus met één of meerdere schepen het gele traject bereikt, start de eindfase. De schepen kunnen enkel nog volgens de gele dobbelsteen verplaatst worden. De laatste stukken van het parcours zijn Odysseus iets gunstiger gestemd. Zo moet hij bij halte 11 (Calypso) en 12 (Phaiaken) geen avonturenkaart nemen, wordt vriendelijk ontvangen en is veilig op het witte vak. Poseidon kan wel in de buurt komen maar de schepen hier niet meer aanvallen.
Als Odysseus het laatste vak van zijn tocht (Ithaka) met één van zijn nog overblijvende schepen bereikt, wint hij het spel. Poseidon moet dit maar proberen te verhinderen.
De dobbelstenen beheersen het spelverloop. Maar dat weet je als je er aan begint. beide spelers hebben tegengestelde belangen en de avonturenkaarten brengen extra mogelijkheden of tegenslagen. De speler die Odysseus speelt kan zijn dobbelsteenworp analyseren en zo verstandig mogelijk inzetten over drie van zijn schepen. Het parcours bevat enkele interessante zijwegen waar heel handig gebruik kan van gemaakt worden.
Didactisch staat dit spel op een hoog niveau. De kaart kan zo in de les gebruikt worden om de tocht en de avonturen te bespreken. Het spelregelboekje bevat trouwens een korte samenvatting van het beroemde epos. Wil je echt kritiek geven dan mag Poseidon maar op een bepaald moment tijdens het spel in actie komen (op het moment dat Odysseus aan zijn laatste jaar vol avonturen begint). Maar dit gegeven op zich is al interessant genoeg om door leerlingen bestudeerd en besproken te worden.
De stijl van speelbord en kaarten is misschien wat ouderwets maar de auteur heeft een goede inspanning gedaan om een prima simulatie te ontwerpen.