Bron: Spellenlab
Vierdobbelstenen tonen een tekening of een wit vlak. Alle spelers hebben 6 kaarten open voor zich liggen met daarop 6 afbeeldingen van de figuren van de dobbelsteen. (Elke kaart maakt een andere combinatie van de tekeningen. Daardoor is elke kaart verschillend.)
Wanneer er gedobbeld wordt (bv. 2 x schip, 1 x vis en 1x blanco), dan zoeken de spelers een passende kaart met minstens 2 schepen en een vis erop. De andere tekeningen die afgebeeld worden op de kaart, hebben geen belang. Wie een passende kaart vindt, legt deze op de aflegstapel in het midden van de tafel en zegt daarbij: 'schipschipvis', zonder hakkelen. Lukt dit, dan mag de volgende speler dobbelen. Maakt de speler een fout (bij het aanduiden van de kaart of bij het uitspreken), dan moet zijn kaart terugnemen en ook een nieuwe kaart aanleggen.
Wie als eerste alle kaart kwijt is, wint het spel.
Spelers beleven veel plezier aan dit spel. De tekeningen op de dobbelstenen zijn niet zo mooi. Het spel op zich is leuk. Vaak verspreken de spelers zich, waardoor ze een kaart moeten bijnemen. In het Duits (de originele taal van het spel) lijken de woorden meer op elkaar, waardoor er meer versprekingen vorokomen. Het zou dus interessant zijn om dit spel in het Nederlands met andere woorden uit te brengen. Er komen geregeld discussiemomentjes voor wanneer spelers denken dat zìj de eerste waren die een kaart afleggen.