Bron: Spellenlab
31 grote houten mikadostokken tonen verschillende kleurencodes:
- 1x fijn blauw lijntje (= 20p)
- 10x rood-geel-blauw (= 5p)
- 10x rood-blauw (= 2p)
- 5x blauw-rood-blauw (= 3p)
- 5x rood-blauw-rood-blauw-rood (= 10p)
Iemand houdt alle stokken in een verticale bos bij elkaar en laat ze dan allemaal op het gras vallen. Ben je niet tevreden met het resultaat dan mag je dit nog eens proberen.
De speler aan beurt probeert nu een stok te pakken te krijgen zonder dat er ook maar één andere stok lichtjes beweegt. Beweeg of raak je een andere stok aan, dan is je beurt voorbij. Lukt het wel om er één te pakken, dan mag je die naast je neerleggen en nog een poging doen. Als je reeds een stok hebt, dan mag je die gebruiken als hulpje bij het pakken van een volgende stok.
Als alle stokken opgepakt zijn, bepaalt iedereen zijn score. De speler met de hoogste score, wint het spel. Met erg jonge kinderen kan je afspreken om het aantal stokken (i.p.v. de waarde) te tellen.
Tip: In het spelregelboekje dat we als PDF aanbieden zit een handig overzichtsblad met de punten voor de verschillende kleurencombinaties.