Bron: Spellenlab
Het kaartspel van Slot Siddersteen is niet te vergelijken met het originele spel, of toch niet op vlak van spelmethode. De prachtige illustraties van Sabine Kraushaar vind je wel opnieuw terug bij het kaartspel en ook het thema van het spel (spoken) is opnieuw gelijkaardig.
Dit kaarstpel van Slot Siddersteen is een handige meeneemversie.
In het kaartspel bewonen 20 figuren het kasteel. Zij zijn telkens met 12 terug te vinden op elke spookkaart uit de reeks. Welke 12 figuren te zien zijn, is verschillend van kaart tot kaart.
De spelers krijgen allemaal een pion die ze aan het begin van de spokenweg plaatsen (een weg gemaakt met de achterkant van 10 spookkaarten). 12 spookkaarten worden in het midden van de tafel verdekt op een stapel gelegd.
De 20 bewonerskaarten worden in een cirkel rond de spookkaarten gelegd. Eén van de spelers draait de bovenste spookkaart om. Deze wordt bestudeerd door alle spelers. Na een tijdje (door 1 speler te bepalen) wordt de kaart weer omgedraaid. De kaarten zijn uitdagend en zowel jongere als oudere kinderen kunnen figuren terugvinden, doordat sommige figuren goed te zien zijn en andere goed verstopt zitten.
De spelers mogen nu elk om beurten een bewoner die op de spookkaart stond, doen schrikken en de kaart opnemen. Wanneer niemand zich meer een bewoner herinnert, wordt de spookkaart terug zichtbaar en controleren de spelers of ze de juiste kaarten genomen hebben.
Naargelang het aantal juiste en/of fouten kaarten gaan de pionnen een aantal stappen verder op de spokenweg. Na 12 spookkaarten wordt de 'opperspoker' bekend gemaakt: dat is de speler die de grootste afstand op de spokenweg heeft gewandeld.