Bron: Spellenlab
60 houten blokken in drie formaten liggen ter beschikking. Met behulp van opdrachtkaarten proberen de spelers blokken op de verschillende gekleurde vakjes van een centraal speelbord te plaatsen.
Wie aan de beurt komt, draait een opdrachtkaart om en voert uit wat de illustratie aangeeft. Zo moet je welbepaalde blokken op een welbepaalde gekleurde ondergrond stapelen of bijplaatsen; één blok op een welbepaalde plaats stapelen of één blok onder een bepaalde stapel schuiven; drie blokken op de hoogste toren plaatsen... Er is keuze uit 10 verschillende opdrachten.
Wie een toren laat vallen, moet een token als straf nemen. Zodra iemand zijn derde token moet nemen, eindigt het spel en verliest deze speler. We veronderstellen dat dan alle andere spelers winnen (want dat staat niet in de spelregels beschreven...).
De opdrachten sturen het spel in een onvoorspelbare richting. Dat komt toch leuk over omdat daardoor bij een behendigheidsspel niet noodzakelijk de vaardigste speler zal winnen. De blokken zijn jammer genoeg te klein en te licht. De negen torens staan heel dicht bij elkaar omdat dat speelbord ook klein uitvalt.
Goed maar geen nieuwe klassieker. Jenga en Bausack overstijgen dit spelconcept.