Bron: Spellenlab
Na de ontgoocheling van vorig seizoen (Das Katapult) kochten we met zeer gereserveerde gevoelens deze kaartspelvariante. Cardcassonne kreeg merkwaardig genoeg de eer om het allereerste spel te worden op onze testtafel in het hotel in Essen na een eerste beursdag vol nieuwigheden. En deze keer beviel het spel ons wel heel goed!
In dit kaartspel plaatsen de spelers hun kaarten in verschillende rijen. Daardoor worden die rijen steeds meer aantrekkelijk. Iedereen moet echter beslissen om op een bepaald moment met zijn speelfiguur één van de openliggende rijen op te eisen. Wacht echter niet te lang omdat een andere speler wellicht ook die rij op het oog heeft.
Bij de start van het spel worden de vier starttegels op tafel gelegd. Ze tonen elk van de vier domeinen (klooster, straten, weiden of steden) en samen vormen ze een scorebaan. Elke speler krijgt een speelfiguur, een schatkist en een waarderingskaart (tabel om zegepunten mee te bepalen). 10 kaarten worden reeds open bij hun respectievelijke rijen geplaatst. Naargelang het aantal spelers krijgt iedereen 6 tot 4 kaarten in de hand. In een spel met 4 spelers krijgt elk 5 kaarten in de hand en worden er 6 ronden gespeeld.
Wie aan de beurt komt, kan ofwel een kaart aanleggen ofwel zijn speelfiguur inzetten om een rij kaarten op te eisen.
De eerste kaart die een speler in elke ronde inzet, moet hij verdekt plaatsen (en dat wordt helaas meer dan één keer vergeten). Normaal gezien wordt elke kaart in de juiste rij aangelegd. Maar met een verdekte kaart kan een speler bluffen. Elke volgende kaart moet open in de juiste rij gelegd worden.
Eén keer tijdens elke ronde kan een speler zijn figuur inzetten. Hij plaatst deze op het einde van een rij kaarten naar keuze. Dat betekent dat alle voorliggende kaarten (tot aan de starttegel of tot aan een reeds eerder geplaatste figuur in die rij) voor die speler zijn. Deze figuren blijven tot aan de waardering voor deze ronde staan.
Een ronde eindigt als alle spelers elk van hun handkaarten en speelfiguur in een rij naar keuze geplaatst hebben. Nu worden punten toegekend. Eerst worden alle verdekte kaarten open gedraaid en rij per rij wordt bestudeerd:
- personenkaarten: som van de waarde van alle kaarten x aantal personenkaarten in die rij;
- dierenkaarten: hoe meer dieren van eenzelfde soort, hoe meer punten (zie tabel), maar eerder verzamelde dieren van die soort tellen ook mee (cumulatief effect);
- gebouwenkaarten gaan verdekt naar je schatkist: voor 1-2-3-4 verschillende soorten gebouwen op het einde van het spel scoor je 0-5-15-30p;
- joker (Draak en Fee): sowieso 10p;
- verkeerd geplaatste kaarten (kaarten die normaal gezien niet in die rij mogen geplaatst worden omdat hun kleur verschilt van die van de rij): verkeerde personenkaarten scoren 10p en met verkeerde dieren- of gebouwenkaarten kies je of je die meteen 10p laat opbrengen of toevoegt aan je reeds verzamelde dieren – of gebouwenkaarten (op je schatkist).
Zo verloopt het elke ronde. Na de laatste ronde worden de punten voor je gebouwenkaarten in je schatkist nog toegekend. Wie nu de meeste punten bijeen kon sprokkelen, wint het spel.
Commentaar
Het spelsysteem bevalt ons maar het spel hoort niet thuis bij het Carcassonne-thema. Het lijkt erop dat beide auteurs een spelsysteem in hun lade liggen hadden en het om commerciële redenen aan deze bekende trein haken.
Op zich speelt het spel lekker vlot. Het moment waarop je je speelfiguur inzet is heel belangrijk. Je kan dit namelijk slechts één keer per ronde doen. Dus goed nadenken is de boodschap. Een vleugje tactiek, misschien wel strategie (oplossingen bedenken op wat langere termijn) en een gezonde portie bluffen kruiden dit spelconcept.
De punten voor de gebouwenkaarten krijgt iedereen wel. Het is niet zo moeilijk om vier verschillende gebouwenkaarten te verzamelen. Het cumulatieve aspect van de verzamelde dierenkaarten komt wel goed over. Je ziet bij elke medespeler steeds welke en hoeveel kaarten hij reeds bezit. Daardoor kan je inschatten wanneer en waar hij zijn speelfiguur zal inzetten.