Tempo, kleine Schnecke! - Welche Schnecke macht das Rennen? 1998

Zes slakken houden een loopwedstrijd. In tegenstelling tot de meeste andere spellen controleren de spelers niet elk een slak van een welbepaalde kleur. Dus geen 'ik speel met rood'-kreten.
Twee kleurendobbelstenen bepalen welke slakken vooruit kruipen. Dobbelt het kind aan de beurt rood en blauw dan worden de rode en de blauwe slak elk één veld vooruit geschoven. Bij twee gelijke kleuren op de dobbelsteen verplaatst d bewuste slak zich twee velden.
De eerste slak die als eerste over de eindmeet komt, bepaalt de winnaar van de race.
Alex Randolph voegde echter nog en extra spelregel toe. We spelen gewoon verder en wie de laatste slak over de eindmeet schuift, wint ook de race. Hierdoor blijft de spanning aanwezig en hopen de andere kinderen ook mee te kunnen winnen. Een eenvoudige ingreep met interessante gevolgen.
Het heel mooie materiaal zorgt vooral met de tweede spelregel voor een boeiend spel voor kleuters.
Recent heruit gegeven onder de titel: ‘Hup, Nijntje Hop!’.