SmallWorld 2009

Categorie:
Uitgever:
Land van oorsprong:
Beschikbare talen:
Richtprijs:
€ 45
Bron:
Kies een volk en betreedt Smal World om zoveel mogelijk gebieden te veroveren. Laat dit volk na enkel ronden aan zijn lot over en kies een nieuw volk met betere mogelijkheden om zegepunten te scoren (heruitgave van Vinci).

Omschrijving

Bron: Spellenlab
De titel is heel goed gekozen. Elk speelbord (eentje voor 2, 3, 4 en 5 spelers) is net te klein om voor elke speler genoeg plaats te bieden voor de leden van hun volk.
Het speelbord bevat verschillende soorten terreinen die voor sommige volkeren interessante mogelijkheden bevatten. Naast het speelbord worden 6 van de 14 volkeren open geplaatst. Bij elk volk wordt een extra bordje (keuze uit 20) geschoven zodat elk volk zijn unieke eigenschappen krijgt. De combinatie van beide kaarten geeft aan hoeveel personen tot dit volk behoren, in welke terreinen ze meer zegepunten scoren en over welke speciale gaven ze extra beschikken.
De speler aan beurt kiest één combinatie. De bovenste in de rij is gratis. Wil de speler echt de vierde combinatie dan moet hij op de drie combinaties erboven een eigen zegepunt plaatsen (je start het spel met 5 zegepunten). De speler ontvangt een voorraad counters waarmee hij het speelveld kan betreden.
De blijde intrede gebeurt vanaf een randveld. Vanaf dat veld kan dit volk zich verder verspreiden over het speelbord. Om een veld te mogen betreden zijn er minstens twee counters nodig + evenveel counters als er andere kartonnen plaatjes op dat vak liggen. Dat kunnen resten zijn van een oude beschaving, stamleden van medespelers, forten, bergen en nog een paar leuke dingen. Bij het uitzwermen moet je minstens evenveel counters achterlaten als er nodig waren om dit veld te mogen betreden.
Opgeruimde tegenstanders gaan terug naar de betreffende speler (die er echter eentje moet terugleggen in de doos - dood). Bij het einde van zijn beurt mag een speler voor zijn laatste aanval eventueel een dobbelsteen gebruiken die hem extra (virtuele) counters ter beschikking stelt om toch een terrein te kunnen veroveren.
Vooraleer zijn zegepunten te tellen mag een speler zijn troepen naar believen herschikken. Het aantal zegepunten is gelijk aan het aantal veroverde terreinen plus extra punten volgens de speciale krachten op de kaart van je volk.
De volgende spelers doen hetzelfde en een tweede ronde start. Nu wordt het interessant. Je kan je bestaande volk weer wat verder laten uitzwermen (als je over genoeg counters beschikt), maar je kan ook beslissen om dit volk in verval te laten gaan. Je laat dan op elk veroverd stuk terrein één counter omgedraaid achter. Zo lang deze counters er blijven liggen scoren ze punten. In de volgende ronde krijg je dan de kans om met een vers volk binnen te vallen om reeds veroverd terrein door tegenstanders af te pakken (eens flink aan de boom schudden, zoals sommige medespelers dit liever noemen...).
En zo gaat het spel steeds verder. Laat ik mijn volk één, twee of drie ronden bestaan? Wanneer beslis ik om een nieuw volk uit te kiezen? Welke interessante combinaties zijn beschikbaar? Wie scoort op bepaalde stukken terrein telkens te veel punten en moet dus dringend eens aangepakt worden?
De auteur heeft met deze herwerking van Vinci (1999, Descartes) prima werk geleverd. De gekleurde schijven van toen zijn vervangen door volkeren uit een fantasy wereld waar je sympathie voor begint te krijgen. Grafisch komt het spel heel mooi over, maar het geheel bevat te veel kleuren waardoor het overzicht wat verloren gaat. De kenmerken die aan elk volk kunnen toegekend worden, zijn goed doordacht. Elke partij zal anders verlopen omdat je niet kan zeggen dat b.v. de Dwergen het beste volk zijn. De volgende keer kunnen de Dwergen heel andere eigenschappen toegewezen krijgen.
Een eerste partij duurt vrij lang, maar vanaf dan moet je dit beslist in anderhalf uur kunnen spelen.
Wie op zoek is naar een spel waarbij spelers niet willen op heel lange termijn te plannen, het liefst zo vlot mogelijk hun eigenschappen willen optimaliseren en een thema zoeken die bij het spelconcept past, moet Small World echt eens uitproberen. Ik ben er zeker van dat spelers die normaal niet warm worden van Elfen, Halflingen, Tovenaars en Dwergen toch heel veel plezier aan dit spel zullen beleven.
.: Verschillen met Vinci
In Vinci is er slechts één speelbord (Europa) beschikbaar ongeacht het aantal spelers.
In Vinci start je met 10 zegepunten, hier 5. Maar je moet ook steeds 2 zegepunten betalen per overgeslagen volk.
De volkeren en hun eigenschappen situeren zich in Vinci niet in een fantasy wereld. Het gaat over veestapel, havens, economie, slavernij, scheepsbouw, spionnen, burgerwachten, geneeskunde, diplomatie, Renaissance en Revoluties (om slechts een paar te noemen).
Het aantal troepen wordt bepaald door de cijfers op de kaartjes plus een vast aantal volgens het aantal deelnemende spelers.
Om aangrenzende gebieden te veroveren, moet je minstens over twee troepenkaartjes beschikken plus een aantal afhankelijk van de soort van het gebied. In Small World werd het berekenen van deze som sterk vereenvoudigd.
In Vinci moeten de troepenkaartjes van een volk steeds in aangrenzende gebieden verblijven. Ze kunnen zich dus niet zo maar losrukken van de hoofdmacht. Deze beperking verdwijnt in deze heruitgave.
Het berekenen van de zegepunten lijkt in beide versies goed op elkaar, behalve dat in Vinci het bezitten van berggebieden niets oplevert.
In Vinci mogen nieuwe volkeren geen gebieden veroveren die grenzen aan gebieden waar counters liggen van je in verval geraakt volk.
En ten slotte: in Vinci wordt gespeeld totdat een speler een vereist aantal zegepunten (afhankelijk van het aantal spelers) behaalt. De zegepunten worden op een scorebaan omheen het speelbord bijgehouden terwijl je in Small World over een soort fiches (geld?) beschikt.
Aantal spelers 2-5 spelers
Speelduur 46' tot 2u
Leeftijdscategorie Vanaf 9 à 12j
Moeilijkheidsgraad eenvoudig
SmallWorld