Het Boodschappenspel: Wie koopt het best in? 2008

Vier winkeltjes, een bank en een huis staan aan de rand van een klein dorpje. In elke winkel worden producten van een bepaalde soort verkocht: brood en banket, groente en fruit, vlees en vleeswaren en levensmiddelen. In elke winkel liggen steeds drie productkaartjes open. Op de plaatsen voor deze kaartjes staat een verkoopsprijs variërend tussen 1 en 3 EUR gedrukt.
Elke speler krijgt een boodschappenlijstje waarop vier producten staan die in de winkeltjes moeten aangekocht worden. Van de bank ontvangt elke speler 8 munten van 1 EUR.
Kom je aan de beurt, dan dobbel je om je pion over het pad te verplaatsen. Kom je bij een winkeltje dan kan je producten die op je lijstje staan kopen. Let wel goed op of je nog genoeg geld hebt om te kopen. De plaats waar het productkaartje ligt, bepaalt de prijs. Die prijs verandert na een aankoop. Alle nog liggende kaartjes schuiven op naar links (pijl volgen) en op de vrije plaatsen komt een vers productkaartje.
Wie tijdens het spel te duur aankoopt, moet tussendoor terug naar de Bank. Daar gooi je nog eens de dobbelsteen en krijg je zoveel muntjes bij (tot maximum 8 EUR).
Wie alle producten op zijn lijst heeft aangekocht, wandelt al dobbelend terug naar huis. Wie als eerste thuis komt met een volle boodschappenlijst, wint het spel.
Het spelregelboekje bespreekt nog een variant en een speeltip voor gevorderden. Dit boodschappenspel bekoort. Het geheel oogt mooi en is met zin voor leuke details afgewerkt (geld moet je in een gleufje stoppen, elke speler heeft een portemonnee...). Het thema spreekt kinderen tussen 4 en 7 jaar zeker aan. Het idee om de prijzen tijdens het spel te veranderen, zorgt voor leuke momenten. Wat nu goedkoop lijkt, kan tegen dat je pion arriveert duurder geworden zijn omdat iemand anders voor was en iets anders kocht in dat winkeltje waardoor de kaartjes opschuiven (en veranderen van waarde).
Het spel spreekt aan zowel thuis als op school. Een aanrader.

Ondertussen kreeg dit spel een nieuwe doos.