Bron: Spellenlab
26 leuke miniaturen en 26 beeldkaarten liggen ter beschikking om met behulp van het boekje met 28 verhalen gebruikt te worden. De spelbegeleider kiest een verhaal, selecteert eventueel de miniaturen of de kaarten en kiest een variante.
1) Als de kinderen tijdens het lezen van het verhaal een fout menen te horen, dan melden ze dit. De spelbegeleider onderbreekt het voorlezen en luistert naar wat de kinderen opgevallen is.
2) De fouten uit het verhaal liggen met behulp van de miniaturen op tafel. De spelbegeleider leest een verhaal voor en de kinderen wijzen naar die miniatuur die volgens hen niet bij het verhaal past.
3) De kinderen beschikken over de fouten in het verhaal in de vorm van beeldkaarten. De spelbegeleider leest een verhaal voor. De kinderen tonen die kaarten die volgens hen niet bij het verhaal passen.
4) De spelbegeleider leest een verhaal voor en de kinderen luisteren aandachtig. Wie meent een fout gehoord te hebben, geeft een vooraf afgesproken teken. Deze speler zoekt een miniatuur die bij die fout overeenkomt. Bij een volgende fout komt een andere speler aan de beurt.
Dit spel oefent o.a. de volgende vaardigheden in:
- akoestische differentiatie
- tactiele differentiatie
- visuele toekenning
- herkennen van logische samenhang
- uitbreiding van spraak competenties
- heel aandachtig luisteren
Het grote nadeel voor ons taalgebied is dat de 28 beschikbare verhalen in het Duits gepresenteerd worden. Wie dit creatief kan omzeilen, haalt een schitterend taal-luisterspel binnen.