Bron: Spellenlab
Na het zien van de kaskraker “De Da Vincicode” is de getallenreeks van Fibonacci al lang geen mysterie meer. Dit eenvoudig kaartspel veronderstelt niet dat je een Fibonaccireeks met de kaarten neerlegt, maar maakt gebruik van de Fibonacci-techniek. In dit spel is het bedoeling om via kleine rekensommen zo vlug mogelijk je handkaarten uit te spelen.
Het spel bevat de cijferkaarten van de Fibonaccigetallen tot 13, d.i. 1-2-3-5-8-13. Alle 52 kaarten worden geschud en elke speler krijgt evenveel kaarten. De eerste speler legt een kaart in het midden van de tafel open en begint zo aan een getallenreeks. Zo’n reeks kan om het even bij welk getal beginnen en eindigt bij het getal 13. Zolang je de reeks kan verder zetten, mag je blijven spelen. Getallen moeten meestal opgebouwd worden: zo kan je een 5 en een 1 leggen om het getal 6 aan te duiden. Toch kunnen de getallen niet zomaar worden gesplitst. De som van twee getallen is pas geldig als de vierkanten die erop vermeld staan, van verschillende kleur zijn.
Bij dit spel zijn ook 2 rode stopkaarten en 2 jokers gevoegd. Met de stopkaarten kan je een reeks stoppen en een nieuwe beginnen en de jokerkaart kan je gebruiken als om het even welk getal.
Na het getal 13 kan de speler aan de beurt, een nieuwe reeks beginnen met een willekeurig getal.
Bij dit spel neemt de geluksfactor een behoorlijke plaats in. Een leuk tussendoortje waarbij de titel van het spel moeilijker klinkt dan de spelregels.