The 100 Games 2006
Uitgever:
Auteur:
Land van oorsprong:
Beschikbare talen:
Bron:
Een volgkaartspel waarbij de spelers als eerste proberen hun handkaarten uit te spelen door nieuwe producten te plaatsen op de vorige kaart en waarbij minstens één factor gemeenschappelijk is.
Omschrijving
Bron: Spellenlab
Van de vele varianten in dit rekenspel, selecteerden we voor u de meest interessante: "The Multiplication Game". In deze variant gebruiken we enkel de kaarten gemarkeerd met een "x" en de twee jokers. Op de kaarten staan de getalproducten tot 100 gedrukt. De helblauwe cijfers zijn heel duidelijk zichtbaar op de contrasterende gele achtergrond.
De kaarten worden goed door elkaar geschud en elke speler krijgt er 7.
De overige kaarten worden als verdekte stapel gelegd en de bovenste kaart wordt zichtbaar in het midden van de tafel gelegd.
Wie als eerst zijn handkaarten kan afspelen, wint dit spel. Bij het leggen van een kaart gelden uiteraard enkele (eenvoudige) spelregels:
1) De speler aan beurt legt een kaart met een gemeenschappelijke factor als de vorige kaart (bv. op kaart '35' mag kaart '28' worden gelegd omdat beide producten factor 7 hebben).
2) Bij het afleggen van die kaart moet de speler de correcte maaltafels verwoorden (bv. ik leg '28' omdat 4x7 gelijk is aan 28 en 35 is 5x7).
3) Bij het leggen van een kaart met een 'kwadraatgetal' (te herkennen aan de groene kleur!) wordt de volgende speler verplicht om een beurt over te slaan en een extra kaart te nemen.
4) Een joker kan gebruikt worden bij elk mogelijk product. Maar je kan het ook slim spelen: als bv. '28' open ligt, kan de volgende speler een jokerkaart leggen en zeggen: "Ik leg 4 want 1x4 is 4 en 28 is 7x4). Maar 4 is een kwadraat (2x2) dus mag de speler niet spelen; hij moet een beurt overslaan. Dit overduidelijke rekenspel met educatieve waarde vindt veeleer zijn plaats in lagere scholen dan in de thuisomgeving. Wel mag gezegd dat dit spel vlot speelt en dat het zeker een aanrader is in de klas vanaf het tweede leerjaar.
De kaarten worden goed door elkaar geschud en elke speler krijgt er 7.
De overige kaarten worden als verdekte stapel gelegd en de bovenste kaart wordt zichtbaar in het midden van de tafel gelegd.
Wie als eerst zijn handkaarten kan afspelen, wint dit spel. Bij het leggen van een kaart gelden uiteraard enkele (eenvoudige) spelregels:
1) De speler aan beurt legt een kaart met een gemeenschappelijke factor als de vorige kaart (bv. op kaart '35' mag kaart '28' worden gelegd omdat beide producten factor 7 hebben).
2) Bij het afleggen van die kaart moet de speler de correcte maaltafels verwoorden (bv. ik leg '28' omdat 4x7 gelijk is aan 28 en 35 is 5x7).
3) Bij het leggen van een kaart met een 'kwadraatgetal' (te herkennen aan de groene kleur!) wordt de volgende speler verplicht om een beurt over te slaan en een extra kaart te nemen.
4) Een joker kan gebruikt worden bij elk mogelijk product. Maar je kan het ook slim spelen: als bv. '28' open ligt, kan de volgende speler een jokerkaart leggen en zeggen: "Ik leg 4 want 1x4 is 4 en 28 is 7x4). Maar 4 is een kwadraat (2x2) dus mag de speler niet spelen; hij moet een beurt overslaan. Dit overduidelijke rekenspel met educatieve waarde vindt veeleer zijn plaats in lagere scholen dan in de thuisomgeving. Wel mag gezegd dat dit spel vlot speelt en dat het zeker een aanrader is in de klas vanaf het tweede leerjaar.
