Bron: Spellenlab
De spelers bouwen volgens vaste regels samen een stapel kisten. Hoe meer kisten je aanbouwt met zo weinig mogelijk kaarten, hoe meer punten je scoort.
Het spelmateriaal bestaat op het eerste zicht uit 48 identieke ruitvormige puzzelstukken. Maar als je goed toekijkt, herken je drie belangrijke vlakken bij een kubus: het bovenaanzicht en het linker- en rechterzijvlak. Het spel start met drie kaarten die samen één kubus (startkist) vormen. Alle spelers krijgen twee puzzelstukken als beginvoorraad. Om beurt neemt elke speler een extra kaart van de verdekte stapel en probeert kisten aan te bouwen. Kan je met twee kaarten één kist bouwen, dan scoor je één punt. Wie maar één kaart nodig heeft om één kist bij te bouwen, scoort twee punten. Wie er in slaagt om zonder extra kaarten (door de bestaande kistelementen te verschuiven) één kist bij te maken, scoort een driepunter.
De spelregels suggereren nog enkele extra variaties waarbij het afbraakspel zeker de moeite waard is.
Dit spel leent zich uitstekend om als didactisch materiaal te gebruiken bij de lessen technisch tekenen. Dit spel is heel goed geschikt om het ruimtelijk inzicht in te oefenen.