Het spel bestaat uit negen kaarten met klederdrachten uit verschillende plaatsen in Nederland en vijf kaarten met de onderdelen daarvan die moeten worden uitgeknipt. De onderdelen worden met lipjes vastgezet in de kaarten.
Iedere deelnemer krijgt een kaart en wie als eerste zijn kaart met kledingstukken aangevuld heeft is winnaar. Kledingstukken verkrijgt men door om beurten een kledingstuk van de stapel af te nemen en door onderlinge ruiling.
Het spel toont een GR-code GRCS 11 hetgeen aangeeft dat dit spel tussen 1944 en 1950 moet worden gedateerd (ondanks de oude spelling).
Foto 1-5,8: Collectie Eric van Waarden