Bron: Spellenlab
Er bestaan opdrachtenkaarten in 3 moeilijkheidsgraden.
Telkens staan er enkele stukken al afgebeeld, deze worden eerst op het spelbord gelegd.
Daarna worden de resterende stukken aangevuld. De voorwaarden zijn:
- een huis moet aan de weg liggen
- de hond kijkt naar de bal
- de eend loopt voor de kleine eendjes.
Op het spelbord staan deze voorwaarden ook bovenaan afgebeeld.
Bij 2 of 3 spelers kan je elk om de beurt een opdracht vervullen. Als het juist is, win je de opdrachtkaart.
Dit spel kan je progressief gaan opbouwen, de spelregels stellen zelf voor om met de jongste spelers de oplossingskant eerst na te leren bouwen.
In dit spel leren de jonge kinderen logisch denken én ruimtelijk oriënteren.