Bron: Spellenlab
Zo zet je het spel klaar:
- Leg het spelbord in het midden.
- Leg de kaarten rond het spelbord. De rest van de kaarten wordt op een verdekte stapel gelegd.
- De pionnen worden op 'start' gezet.
- Het letterzakje wordt klaar gelegd.
Spelverloop:
Wie aan de beurt is, neemt eerst een letter uit het zakje en dobbelt.
- Toont de dobbelsteen: 2, 3, 4, 5, dan zoekt de speler op de afbeeldingskaarten naar evenveel woorden die met die letter beginnen (of waar de letter in voor komt). Elke kaart die gebruikt wordt, wordt voor de speler aan beurt gelegd.
-> Lukt dit, dan mag de speler evenveel vakjes vooruit op het spelbord.
-> Lukt dit niet? Dan blijft de speler op dezelfde plaats staan.
Wanneer een speler zijn beurt voorbij is, mogen de andere spelers nog woorden toevoegen. Ze doen dit elk om beurt, in wijzerszin. Voor elk woord dat ze nog konden toevoegen, mag hun pion een plaats vooruit.
- Toont de dobbelsteen een symbool: alle spelers speler tegelijkertijd en zoeken woorden met de gekozen letter. Elke juiste kaart die gebruikt wordt, wordt voor de speler gelegd. De ronde eindigt wanneer een speler 3 kaarten voor zich liggen heeft. Iedereen zet zijn pion evenveel vakjes vooruit als die kaarten gewonnen heeft.
Na elke ronde worden de gebruikte kaarten onderaan de stapel gelegd en wordt het spelbord aangevuld met nieuwe kaarten.
De gebruikte letterfiche wordt in de doos gelegd en niet meer gebruikt.
De winnaar van het spel is degene die als eerste met hun pion op de finish aankomt.
Het spel is mooi en niet kinderachtig vormgegeven. Het is een goed spel om taal te oefenen, ook bij iets oudere leerlingen, omdat het helemaal niet kinderachtig lijkt.