Bron: Spellenlab
Elke speler krijgt een boekje. Daar wordt de eerste bladzijde van omgeslagen naar boven. Je kan zien dat er een zaadje geplant is en de regen nu noodzakelijk is om het zaadje te laten kiemen.
In het midden van de tafel staan drie weerpiramides. De kant met de tuinman- en vrouw moet zichtbaar zijn voor alle spelers. Bij 4 spelers neem je dus best allemaal plaats aan dezelfde kant van de tafel.
Tijdens het spel wordt er gedobbeld, de vogel of de slak bepalen in welke richting één van de drie weerpiramides gedraaid mag worden. De speler kiest zelf welke piramide hij één slag zal draaien.
Wordt zowel de slak als de vogel gedobbeld, dan heeft de speler de vrije keuze in welke richting er gedraaid wordt.
Wordt de bij gedobbeld, dan krijgt de speler een fiche van een bij. Wanneer de speler twee bijenfiches verzameld heeft, mag het boekje ook één blad verder gedraaid worden en groeit het plantje weer een beetje meer.
Zichtbare afbeeldingen op de piramides aan het begin van je beurt kunnen niet gebruikt worden om in je boekje onmiddellijk een blad verder te draaien.
De spelers proberen te onthouden op welke zijde van elke piramide de zon, de bewolking of de regen staat. Het boekje bepaalt welk weer je nodig hebt op welk moment. Kom je als eerste op het laatste blad van je boekje met een mooie, volgroeide bloem, dan ben je de winnaar van het spel.
Dit spel bestaat uit mooi, duurzaam materiaal. Het heeft een erg specifiek onderwerp, waardoor het in de kleuterklas zeker kan passen tijdens zo'n thema, bv. in de lente.
De dobbelsteen bepaalt de draairichting, dit is voor de jonge spelers in eerste instantie niet zo eenvoudig te begrijpen. Maar met oefening lukt dit wel snel.
Het is een geheugenspel, alhoewel er met trial en error ook heel snel juiste afbeeldingen tevoorschijn komen.
Het spel kan niet aangepast worden om uitdagender te maken, hierdoor is de herspeelbaarheid wellicht aan de lage kant.