Bron: Spellenlab
My first Cucaracha is het vierde grote spel in deze reeks. De welgekende kakkerlak kreeg nu een juniorspel. De automatische kakkerlak daarentegen is een stuk groter dan de bugs in de vorige spellen. Ook bij dit spel speel je in de doos. In de doos is een soort doolhof voorzien waarin mama kakkerlak slechts 1 richting uit kan. Elke speler krijgt een vooraadkist en kleine balletjes in dezelfde kleur. Eén van de balletjes (=eten voor de kleintjes) wordt op het startveld gelegd. De bug wordt aangezet en loopt tegen de balletjes. Die worden voortgestuwd door de bug en in de gaten in het spelbord geduwd. Zo worden de kleine kakkerlakken gevoederd. Heb je geluk en ligt jouw kleurtje onder het spelbord? Dan mag je een nieuw balletje klaarleggen. Wie als eerste alle balletjes kwijt is, is de winnaar van het spel.
In de variant neem je vier verschillende kleurtjes en bekijk je hoeveel balletjes er in het spelbord verdwijnen in één ronde.
Dit spel ziet er leuk uit en nodigt daardoor uit om te spelen. Bij het spelen merk je al snel dat je als speler zelf niks in de hand hebt. Het is wat spannend om te zien welke bolletjes de kakkerlak meeneemt, maar na een tijdje is de spanning eraf. Ook de eenvoudige variant brengt weinig extra speelplezier. De doelgroep voor wie dit spel bedoeld is (vanaf 3 jaar, maar dan echt de allerjongste door de héél eenvoudige spelregels) matcht niet helemaal met het materiaal. De bug is dan wel groter, de bolletjes zijn heel erg klein en moeilijk te hanteren. (Wij hebben heel wat tijd moeten zoeken naar een weggerold balletje omdat het uit de vingers van een driejarige glipte...) Dit spel bevat een leuk idee, maar het totale plaatje klopt niet.