Bron: Spellenlab
Het spel wordt in de speldoos gespeeld. De volle sterrenplaat wordt eerst in de doos gelegd, daarom de plaats met gaatjes. Deze gaatjes worden gevuld met de sterren, verdeel deze gelijkmatig en willekeurig.
In de eerste variant spelen de spelers elk om de beurt. Je dobbelt, kom je op een plaats met een gekleurde planeet of dobbel je een gekleurde planeet, dan mag je de onderste sterrenkaart nemen aan de kant met dezelfde kleur. Nu leg je de sterrenkaart zo slim mogelijk op de sterrenhemel en probeer je zeker een ster door de elk witgekleurde vakje te krijgen. Het aantal witte markeringen die gevuld werden, is het aantal plaatsen dat je vooruit mag. De zandloper kan je verschillend inzetten, afhankelijk van de vaardigheid of de leeftijd van de spelers, kan je die 1x, 2x of 3x laten doorlopen, terwijl de speler de meest geschikte plaats voor zijn sterrenkaart zoekt.
Wie als eerste één keer rond het sterrenstelsel vloog, is de winnaar.
In de tweede variant spelen alle spelers gelijktijdig, om ter snelst, tegen elkaar als de gekleurde planeet gedobbeld werd. De zandloper is dan niet nodig. Wanneer de raket op een vakje met een gekleurde planeet komt, gelden de regels van de vorige variant.
In beide gevallen kan de raket alleen verplaatst worden als alle witte markeringen gevuld zijn.
Bij het plaatsen van een sterrenkaart zijn er in beide varianten enkele afspraken. De belangrijkste hierbij is dat een geplaatste sterrenkaart, niet meer opnieuw mag verplaatst worden. Hier kan je bij jonge spelers eventueel een uitzondering op maken.
In deze zoektocht wordt erg veel inzicht gevraagd en moet je de kalmte bewaren onder de tijdsdruk van de zandloper of van de medespelers.