Bron: Spellenlab
Eigenlijk mag ik niet te veel verklappen over dit schitterend eenvoudig rollenspel waarbij adolescenten inzicht krijgen in de verspreiding van het levensgevaarlijke virus.
Bij aanvang van het spel krijgt iedereen een rol. Een kaart vertelt iets over je achtergrond: hobby, persoonsbeschrijving, bijzondere kenmerken en een specifieke spelopdracht. De ene zal bij het vrijen steeds een condoom willen gebruiken, de andere is wat losser en weer een andere trekt zich hier helemaal niets van aan. Elke speler krijgt bovendien een doorzichtige plastieken beker waarin een melkachtige vloeistof zit (water met een paar druppels melk).
Eerst wordt een kennismakingsronde gehouden. Elke speler neemt contact met de andere, zegt wat over zichzelf en luistert naar de andere. Een beetje muziek op de achtergrond helpt.
Na twintig minuten volgt de kern van het spel. De spelers proberen met elkaar wat dieper in contact te komen met het oog op seksueel contact. Indien de rol van de speler deze belet om te vrijen, wendt hij zich gewoon af. Indien beide spelers beslissen om te vrijen, moeten ze nog overeenkomen of dit veilig (met condoom) of onveilig zal gebeuren. De spelopdracht op de rollenkaarten sturen hierbij het spelverloop. Indien beide spelers beslissen om een condoom te gebruiken, klinken ze beide bekers gewoon tegen elkaar (hun lichaamssappen worden niet vermengd). Beslissen ze echter om onveilig te vrijen, dan wordt de inhoud van beide bekers met elkaar gemengd.
Dit gaat zo verder totdat de spelbegeleider beslist dat deze fase van het spel ten einde loopt. Die spelbegeleider heeft een heel belangrijke rol. Hij moet de spelers er heel goed attent op maken dat ze hun 'rol' moeten blijven spelen. Want er is één iets wat de spelers nog niet weten: de bekers die ze bij de start kregen, zijn gemanipuleerd! Enkele bekers bevatten geen melk, maar wel gewoon opgelost zetmeel. De spelers die deze bekers kregen zijn die die een rol kregen van een personage dat heel graag veel zonder condoom vrijt. Dat wordt nu voorzichtig kenbaar gemaakt. De spelbegeleider zegt iets inde aard van 'Beste jongens en meisjes, we zitten met een probleem. Eén of meerdere onder jullie hadden bij aanvang van het spel Aids. Dat wisten ze niet. Hopelijk hebben ze niemand anders besmet'.
Daar zitten de spelers nu beduusd naar elkaar te staren. Het wordt nog spannender als de spelbegeleider nu een flesje lugoloplossing bovenhaalt en bij iedereen een druppeltje lugol in zijn beker dropt. Wie besmet is (dus zetmeel in zijn beker heeft), ziet dit meteen. Zijn beker wordt plotseling blauw! Deze speler was misschien besmet bij de start van het spel of is besmet geraakt tijdens het spel.
Het spelregelboekje geeft de spelbegeleider heel wat tips en suggesties om deze ervaringen te bespreken. En dit is echt essentieel. Wie beslist om dit spel zomaar eens tussendoor te spelen zonder inkadering in een project of nabespreking had beter naar een film laten kijken. Het is erg belangrijk dat de jongeren kunnen spreken. Dit spel moet in zijn juiste context geplaatst worden. Wie dit niet wil, speelt dit spel beter niet.
Maar wie voor een goede sfeerschepping en een ondersteunende nabespreking zorgt, laat jongeren aan den lijve voelen hoe makkelijk Aids zich kan verspreiden als je er even niet aan denkt om veilig te vrijen.