Bron: Spellenlab
In deze derde mini-uitbreiding zitten 12 stadstegels die samen de stad Carcassonne vormen. De kleine starttegel uit het basisspel is niet meer nodig. Deze 12 tegels worden eerst op tafel geplaatst. De bijgeleverde houten pion, de Graaf van Carcassonne, wordt in het kasteel van de stad geplaatst. De stad bestaat uit een aantal wijken: het kasteel, de kathedraal, de markt en de smederij.
Het spel verloopt zoals gewoonlijk. Maar telkens een speler een stad, klooster of straat afwerkt waarvoor hij zelf geen punten ontvangt maar minstens één medespeler wel, mag de speler aan beurt één eigen horige in een stadswijk naar keuze plaatsen.
Waar is dit nuttig voor? Heel eenvoudig. Als er weer een stad, klooster of straat afgewerkt wordt, mogen spelers die horigen in de corresponderende stadswijken bezitten, deze nog voor het bepalen van de meerderheid in de zojuist afgebouwde stad, klooster of straat zetten. Hierdoor kunnen meerderheden er plotseling heel anders uitzien.
De Graaf heeft nog een extra betekenis. Telkens iemand een horige in de centrale stad Carcassonne plaats, mag deze speler de Graaf naar een stadswijk naar keuze verplaatsen. Hierdoor mogen geen horigen vanuit die stadswijk naar het speelveld verplaatst worden.
Dank zij deze kleine uitbreiding zien we de stad Carcassonne zelf opduiken. Je moet je dan maar inbeelden dat elke andere stad voorsteden of buursteden zijn. Het ideetje om extra horigen te kunnen toevoegen aan een te waarderen wijk kennen we vanuit El Grande (de toren) en voelt leuk aan. Je moet hier wel kunnen plannen waardoor het afwerken van steden, kloosters of straten waar je zelf geen punten scoort, plotseling wel interessant wordt.