Bron: Spellenlab
Dit Amerikaanse kaartspel moet kinderen vertrouwd maken met breuken (fractions). Het doosje bevat 48 blauwe kaarten waarop een som van twee breuken voorkomt en nog eens 48 gele kaarten waarop een verschil van twee breuken staat gedrukt. Een som kan zijn 5/9 + 1/9 of 1/2 + 1/5. Onderaan elke kaart staat een lange balk die opgekleurd is volgens de uitkomst van de bewerking op de kaart. Zo is b.v. 3/4 - 3/8 tot op 3/8 opgekleurd.
Alle kaarten worden goed gemengd en blind aan alle spelers verdeeld. Elke speler plaatst zijn stapel kaarten verdekt voor zich neer. Vervolgens draait iedereen om beurt de bovenste kaart om en worden de uitkomsten van de bewerkingen vergeleken. De speler die de hoogste som of het hoogste verschil bezit, neemt alle openliggende kaarten en schuift die onder zijn eigen stapel. Indien toevallig alle kaarten dezelfde uitkomst hebben, moet iedereen een extra kaart uitspelen.
Dit gaat verder totdat één speler alle kaarten bezit en daardoor ook wint.
Ik had meer verwacht van dit doosje. Ten eerste wordt telkens de bovenste kaart omgedraaid zodat je als speler niet echt controle over het spelverloop hebt. Iedereen draait maar wat om en als er bij iedereen een verse kaart ligt, wordt er vergeleken.
Een tweede minpunt is het volledig ontbreken van een leereffect. Doordat elke kaart onderaan een staafje van een bepaalde lengte toont (wat precies gelijk is aan de som of het verschil van de twee breuken op de kaart), leren de kinderen helemaal niet om de som of het verschil van de twee breuken op de kaart te berekenen. Ze kijken enkel naar de lengte van het staafje en vergelijken die met elkaar. Wat bedoeld was als controlemiddel gaat zijn doel volledig voorbij. Daardoor wordt dit een spel van kaartjes omdraaien, staafjes vergelijken en ondergaan hoe je kaarten verdwijnen naar die speler die toevallig het grootste staafje heeft gespeeld.
Jammer, maar dit kaartspel is helemaal niet bruikbaar om een leereffect naar breuken te ontwikkelen.