Bron: Spellenlab
De spelers zitten samen rond een speelbord dat de oude stad voorstelt. De verschillende huizen hebben een kleur en nummer. Het stadsplan is in kleine sectoren verdeeld en buitenom zijn verschillende stadspoorten te zien. In een hoek staat de vulkaan (een wat zwak uitgevallen kartonnen geval dat in elkaar gestoken wordt en na het spel weer uit elkaar moet om in de doos te passen).
Het spel verloopt in twee fasen. Eerst plaatsen de spelers hun eigen speelfiguren in de verschillende gebouwen en zodra de Vesuvius losbarst probeert elke speler tijdens de tweede fase zijn eigen pionnen via de stadspoorten te laten ontsnappen. Wie de meeste pionnen kan doen ontsnappen terwijl de lava naar beneden valt, zal het spel winnen.
De stapel kaarten wordt voorbereid. Onder de eerste 8 kaarten wordt de speciale "A.D. 79" kaart gestopt en even verder in de stapel komen zeven Omen-kaarten voor. Elke speler krijgt vier kaarten, een set figuren en het spel kan beginnen.
Wie aan de beurt komt, speelt één van zijn handkaarten uit. Deze kaarten tonen elk een huisnummer van een woning in de stad. Daar moet de speler een eigen pion plaatsen. In elk huis is plaats voor 1 tot 4 pionnen. Na het plaatsen van een pion vult de speler zijn handvoorraad terug tot 4 kaarten aan.
Nadat 8 ronden gespeeld zijn, duikt de speciale kaart "A.D. 79" een eerste keer op. Deze kaart wordt meteen tussen de 15 laatste kaarten van de voorraadstapel gemengd. Vanaf nu kunnen de spelers bij het plaatsen van pionnen eventueel ook extra familieleden inbrengen. Wie b.v. een pion plaatst in een huis waar reeds 2 pionnen staan (van wie maakt niet uit), mag evenveel - dus 2 - extra eigen pionnen plaatsen in andere huizen van hetzelfde kleur of in de neutrale beige woningen. Dit is een redelijk belangrijke spelregel omdat je hierdoor meer dan één pion in de stad kan plaatsen. En hoe meer pionnen je hebt hoe groter de kans dat er straks bij de vulkaanuitbarsting kunnen ontsnappen.
Pas op: nu kunnen ook de Omen-kaarten opduiken. De speler die zo'n kaart trekt, mag een willekeurige pion van een medespeler pakken en in de vulkaan gooien.
Als de "A.D. 79"-kaart een tweede keer getrokken wordt, eindigt fase 1. Om beurt nemen de spelers nu een lavategel uit de buidel en plaatsen deze op het speelbord totdat er zes geplaatst zijn. De lavategels vallen letterlijk uit de lucht in de stad neer. Elke tegel toont een symbool en op het speelbord komen deze zes symbolen als startvak voor. De eerste lavategel van een bepaald symbool wordt op het betreffende vak geplaatst en elke volgende wordt aangrenzend gelegd. Hierdoor ontstaan als het ware zes brandhaarden doorheen de stad waar eventuele aanwezige pionnen opgepakt worden en in de vulkaan eindigen.
Na de eerste zes lavategels mag elke speler aan beurt een extra lavategel plaatsen en vervolgens twee eigen pionnen proberen te verplaatsen richting stadspoorten. Hoeveel vakjes een pion verplaatst wordt, hangt af van het aantal pionnen in het starthuis. Als er b.v. 3 pionnen in een huis staan, mag de eerste pion drie vakjes horizontaal of verticaal doorheen de stad bewegen. Pionnen die doorheen de stadspoorten lopen, zijn veilig. Pionnen die eventueel door lavategels volledig ingesloten zitten en geen uitweg naar een poort meer hebben, zijn verloren en eindigen in de vulkaan.
Zodra de laatste lavategel geplaatst is, eindigt het spel. De winnaar is de speler die het grootst aantal eigen pionnen uit de stad kon laten ontsnappen.
Er zijn nog een paar details te vertellen maar deze beschrijving geeft een goed idee van wat er tijdens het spel te gebeuren valt. Tijdens de eerste fase moeten de spelers heel goed plannen waar ze hun pionnen willen plaatsen. Huizen dicht bij de stadspoorten zijn interessant maar bieden niet genoeg plaats aan veel pionnen om straks ver te kunnen lopen. Bovendien komen daar ook de startplaatsen voor de lavategels voor. Zodra familieleden in het spel kunnen komen, wordt het plaatsen nog iets tactischer. Maar erg tactisch kan je dit spelconcept toch niet noemen.
De ondergang van Pompeji wordt mooi gesimuleerd. Het stadsplan komt redelijk goed overeen met die van de beroemde site en de details vertellen iets meer over de eeuwenoude stad (symbolen, naam van de stadspoorten, stijl van de gebouwen en de plaatsen in de stad).
Dit spel verloopt vlot, speelt toch iedere keer weer wat anders en zal binnen gezinnen vaak op tafel belanden. De ervaren spelers zullen uit interesse wel eens aanschuiven, maar spelen dit wellicht geen tweede keer. Verzorgd, leuk spelsysteem, niet zo lange speelduur maar niet echt beklijvend.