Bron: Spellenlab
Een opvallend cirkelvormig speelbord is onderverdeeld in 48 gebieden die elk 1 tot 8 stippen tonen. Dit is de kostprijs van de grond. Op de goedkoopste stukken na heeft elk gebied nog een bonuswaarde van +1 tot +3. Rondom deze gebieden loopt de stadsmuur (die als scorebaan dienst doet).
De spelers starten elk met drie gebouwenkaarten in de hand en plaatsen bij aanvang drie ridders op gebieden naar keuze (de som van de stippen op die drie startgebieden mag echter niet meer dan 10 zijn). Daarnaast krijgt iedereen nog 5 bruine bouwstenen als startkapitaal.
De spelers proberen zo gunstig mogelijk gebouwen binnenin de ommuurde stad te plaatsen. Er zijn vier types van gebouwen: burgerij, nijverheid, handel en stadsgebouwen. Burgerwoningen mogen om het even waar gebouwd worden. Nijverheidsgebouwen zijn verboden in de middelste zone. Stadsgebouwen mogen niet aan de rivier staan en de handelswoningen moeten op één van de drie wegen komen. Elk gebouw heeft zijn kostprijs dat eveneens het aantal zegepunten voorstelt.
Wie aan de beurt komt, draait de bovenste kaart van de stapel om. Witte kaarten zijn actiekaarten en gelden voor iedereen. Ze beïnvloeden het spel op een leuke manier. Dit moet je vooraf weten zodat je je niet te veel zorgen moet maken rond tactische beslissingen. Het spelconcept in de basisversie moet het eerder hebben van aanvaardbare toevalligheden dan van planning op langere termijn. De speler aan beurt blijft kaarten omdraaien totdat hij een gebouwenkaart heeft. Het type gebouw wordt getoond (burgerij, nijverheid, handel of stadsgebouw) en elke speler die reeds een dergelijk soort gebouw in de stad bezit, krijgt opbrengsten. Die opbrengst is de som van de bouwkosten en de eventuele bonus voor de grond waarop het gebouw staat. Maar als het gebouw op de omgedraaide kaart een stadsgebouw is, wordt er belastingen betaald. Elke speler die op dat moment meer dan 5 bouwstenen bezit, moet het overtol aan de bank betalen. Je wordt m.a.w. aangemoedigd om je bouwstenen zo goed als mogelijk te investeren in grond en/of gebouwen. Want daar draait het om in dit spel. Per speelbeurt mag een speler 2 stukken grond kopen en 2 gebouwen plaatsen. Dat kost geld zodat je moet plannen wat je nu precies wenst te doen. Voor elk nieuw gebouw krijg je zegepunten die met een pion op de stadsmuur worden bijgehouden.
Elke speelbeurt verloopt dus als volgt: kaart omdraaien, eventueel acties uitvoeren, kijken wie opbrengsten heeft met zijn gebouwen, grond kopen, eventueel huizen bouwen en je score bijhouden. Er zijn nog een paar mogelijkheden die je kan doen, maar de bovenstaande geven je reeds een goed idee van het spelverloop.
Het spel eindigt als een speler een bepaald aantal (afhankelijk van het aantal spelers) zegepunten scoort (b.v. 25 bij 4 spelers). In een variant bij het basisspel krijgt iedereen de kans om evenveel keer aan de beurt te zijn geweest. Eigenlijk moest dit standaard de regel zijn.
In deze vorm is “De Ontembare Stad” een licht verteerbaar en onderhoudend spel zonder grote tactische bedoelingen waarbij iedereen hoopt op een gunstige kaart op het juiste moment. De actiekaarten sturen het spel maar de meeste spelers vinden dit niet hinderlijk. Sommigen vergelijken dit spel met de “Kolonisten” maar dit gaat mij toch te ver. Van interactie tussen de spelers (handelen, smeken, beloven, dreigen,...) is helemaal geen sprake. Het enige dat effect heeft op de spelers zijn de gebeurtenissen op de kaarten. Maar nogmaals: we vinden dit voor dit spel geen probleem. Ik kan me best voorstellen dat dit spel vaak zal herspeeld worden door hen die het liever niet te moeilijk willen maken.
Voor hen die nog een stapje verder willen gaan, voorzien de spelregels enkele interessante tactische varianten. Spelers kunnen grond verliezen als ze volledig ingesloten worden door bezette stukken grond door medespelers. Dit is verdomd interessant als speloptie en dwingt elke speler om heel goed te plannen waar het volgende stuk grond zal komen. Er kunnen ook nog grootmeesters in elk van de vier soorten gebouwen ingevoerd worden. Zodra iemand drie of meer gebouwen van eenzelfde type heeft, krijgt hij een kaart die naast zegepunten ook recht op extra inkomsten biedt. Je verliest zo’n kaart als iemand anders meer gebouwen van dat zelfde type bezit. De gebouwen zelf worden in drie fases ingevoerd. Ze volgen als het ware de historische groei van een Middeleeuwse stad.
Kortom: het spel heeft iets. Het speelt in zijn basisversie behoorlijk vlot en ontspannen en biedt voor tactische spelers wat interessante extra opties.