Bron: Spellenlab
Rond 1890 werd het oude Indische Pachisi door westerse uitgeverijen ontdekt. Sam Loyd, de beroemde Amerikaanse uitvinder van raadsels, nam het over onder de naam “Parcheesi”.
De structuur van het speelbord is nagenoeg gelijk op twee uitzonderingen na. De spelers brengen hun speelstukken niet in het spel via de centrale plaats maar wel via een eigen kasteelvak dat één vakje hoger ligt dan in Pachisi.
De oorspronkelijke spelregels zijn wel grondig onder handen genomen. Zo worden de kaurischelpen vervangen door twee zeszijdige dobbelstenen. De spelers vormen geen twee teams die het samen tegen elkaar moeten opnemen maar spelen elk apart. Om een pion in het spel te brengen moet op één van beide dobbelstenen een “5” voorkomen of moet de som van beide dobbelstenen 5 zijn. Indien een speler een pion kan inbrengen, moet dat ook gebeuren. Deze pion wordt op het eigen startvak geplaatst waarbij een eventueel daar reeds aanwezige vreemde pion geslagen wordt.
Tijdens het spel mag de speler vrij beslissen om de resultaten op beide dobbelstenen te gebruiken voor één enkele eigen pion of te verdelen over twee eigen pionnen.
Indien een speler alle vier pionnen in het spel heeft, krijgt hij extra mogelijkheden als hij met beide dobbelstenen een gelijk getal gooit (dubbels). Hij mag dan de vier getallen die zich bovenaan en onderaan de dobbelstenen bevinden vrij verdelen over 1, 2, 3 of 4 pionnen. Dat betekent dat hij over 14 punten beschikt die tactisch heel handig kunnen ingezet worden.
Wie op een reeds bezet vak terechtkomt, slaat de daar aanwezige vreemde pion. De speler die dit veroorzaakt, mag meteen een eigen pion 20 extra vakken verplaatsen als beloning.
Twee eigen pionnen kunnen een muur vormen door samen op eenzelfde vak te staan. Niemand kan dan nog passeren. Staat een muur op het startvak van een andere speler dan kan die helaas geen eigen pionnen meer in het spel brengen. Gelukkig moet een speler zijn muur afbreken als hij met zijn dobbelsteenworp geen enkele andere actie kan uitvoeren.
Een pion moet het centrale huis betreden met een exacte dobbelsteenworp. Als een pion dus op slechts drie vakje van zijn eigen huis staat, moet de speler hopen op een dobbelsteenworp van 3 op één van beide dobbelstenen of op een som van 2+1 op beide dobbelstenen.
Indien een speler met één van zijn pionnen zijn eigen huis betreedt, krijgt hij meteen een bonus van 10 punten die onmiddellijk voor slechts één enkele andere eigen pion moet worden gebruikt.
De speler die als eerste alle eigen pionnen thuis kan brengen, wint het spel.
Deze Amerikaanse editie van MB (jaargang 2001) bevat de spelregels van de versie 1896. De speelstukken zijn echter typisch Amerikaans: olifanten, tijgers, buffels en kamelen in lelijke kleuren en te abstracte vormgeving. Het speelbord valt gelukkig mee. Het spel speelt dank zij de vele combinatiemogelijkheden verrassend leuk en spannend. Je mag het zeker niet verwarren met het latere verschenen Mens Erger Je Niet. Dit laatste zou ik eerder een kinderversie noemen waar het resultaat van de dobbelsteen nog veel meer het spelverloop bepaalt.