Bron: Spellenlab
Carl Spitzweg is een Duits schilder (1808-1885) met een heel eigen typische stijl (sommige figuren op zijn schilderijen lijken familie van Hobbits te zijn...). Fritz Gruber, verantwoordelijke bij Kosmos, heeft op basis van 80 van zijn schilderijen een interessant legspel ontwikkeld.
De 80 mooi verzorgde kaarten zijn onderverdeeld in 4 reeksen (elk met een eigen kleur en refererend naar een thema bij Spitzweg). Elke reeks bevat twee keer de waarden 1 tot 10. Bij de start van het spel ontvangt elke speler 10 kaarten. Wie aan de beurt komt, neemt een kaart van de verdekte aflegstapel bij of neemt alle kaarten van de in de loop van het spel op te bouwen kunstmarkt (open aflegstapel).
Het eigenlijke legsysteem doet een beetje aan Rummikub denken. Elke speler probeert bij zijn beurt zoveel mogelijk kaarten uit te spelen in rijen of groepen. Een rij bevat minstens drie schilderijen met eenzelfde gekleurde rand en opeenvolgende waarden. Die waarden moeten niet oplopend zijn. Bovendien komt na de ‘1’ de ‘10’ of omgekeerd. Een groep bestaat uit minstens drie schilderijen met dezelfde waarde. De kleur doet er niet toe. Deze rijen en/of groepen moeten horizontaal of verticaal op tafel uitgespeeld worden. Op elke uitgespeelde kaart plaatst de speler een schijfje van zijn kleur. Dit is belangrijk voor de puntentelling achteraf. Elk schilderij waar jouw schijfje op ligt, brengt evenveel punten op als de waarde van dat schilderij. Een speler beëindigt zijn speelbeurt door een handkaart op de kunstmarkt te plaatsen.
Op deze wijze bouwen de spelers samen aan een expositie rond het werk van de schilder. Zodra deze expositie uit 14 kaarten bestaat, eindigt de ronde en worden de punten voor elke speler genoteerd. De speler die de laatste kaart kon plaatsen, verdubbelt zijn score? De 14 schilderijen gaan uit het spel en de spelers bouwen een tweede expositie op. Elke volgende tentoonstelling moet echter groter zijn dan de vorige. Het spel eindigt na de negende expositie die uit 22 schilderijen moet bestaan. Wel oppassen op dit moment omdat elke eventuele overblijvende handkaart op het einde minpunten scoort.
Het spelprincipe is duidelijk. Je neemt telkens kaarten bij en probeert er zoveel mogelijk uit te spelen waarbij de waarde erg belangrijk is. Bij sommige exposities komen je slechts één keer of zelfs helemaal niet aan de beurt. Veel kaarten bijnemen van de kunstmarkt is belangrijk, maar niet naar het einde van het spel toe. Het totaalbeeld op de uitgespeelde kaarten is prachtig. De grote kaarten geven veel details van de geselecteerde schilderijen weer. De randkleuren storen niet. De sfeer doet wat denken aan Rummikub, maar toch speelt dit spel anders. Het is geen beklijvend spelconcept, maar beslist eentje dat eens moet gespeeld worden.