Bron: Spellenlab
Backgammon is zonder de twijfel de meest populaire variant binnen het genre van racespellen die internationaal ‘Tables’ genoemd worden.
Twee oude spellen kunnen als de voorloper van Backgammon genoemd worden: Senet en The Royal Game of Ur.
Senet is een Egyptisch racespel. Meer dan 40 borden werden tot nog toe opgegraven, waarvan dit in het graf van Toetanchamon het mooiste exemplaar mag genoemd worden. In de stad Ur (huidig Irak) werd een heel mooi compleet speelbord van het Koninklijk Spel van Ur opgegraven en naar het British Museum in London overgebracht. Beide varianten situeren zich rond 2600 v.C..
De naam backgammon komt van de Engelse woorden “back” (terug) en “gamen” (spelen) en duikt voor de eerste keer op in 1645 in Engeland. In 1920 kwam er een verdubbelingsdobbelsteen (met de waarden 2, 4, 8, 16, 32 en 64). De regels zoals wij die nu kennen zijn in 1931 bedacht in de Verenigde Staten. In de jaren 60 werd backgammon steeds populairder.
Backgammon kent vandaag nog heel veel verschillende varianten. Zo bestaan o.a. Tric-Trac, Jacquet en Puff.
Beide spelers krijgen elk 15 schijven in hun kleur en plaatsen die op voorziene plaatsen op het rechthoekig speelbord met twee rijen van 12 vakken. Beiden proberen zo vlug mogelijk a.d.h.v. dobbelsteenworpen hun schuiven naar hun thuisvak te brengen om ze vervolgens uit het spel te kunnen spelen.
De schijven van beide spelers bewegen in tegenovergestelde richting. Dit aspect is heel typisch aan deze groep van spellen. Zo zal wit zijn schijven van rechtsboven tegen de klok in verplaatsen naar rechtsonder en zwart van rechtsonder naar linksboven in uurwijzerzin.
Bij elke beurt gooit de speler met twee dobbelstenen en kan kiezen om ofwel twee schijven elk apart te verplaatsen ofwel om één schijf twee keer te verplaatsen. Een schijf kan enkel naar lege velden of velden bezet door eigen schijven verzet worden. Eén uitzondering is toegelaten: een schijf mag naar een vak waar slechts één schijf van de tegenspeler staat, verplaatst worden waardoor die meteen ook geslagen wordt. Geslagen schijven worden in het midden van het speelbord gelegd. De speler die daar schijven liggen heeft, moet die bij zijn volgende beurt meteen terug in het spel brengen.
Wie b.v. een 3-5 gooit en geen enkele geldige zet kan doen met de hoogste worp mag de andere ook niet uitvoeren. Wie een dubbel gooit (1-1, 2-2,...) mag deze worpen elk twee keer uitvoeren.
Tijdens het spel proberen beide spelers eigen schijven in veiligheid te brengen door zo vlug mogelijk twee of meer eigen schijven op eenzelfde vak te plaatsen. Deze kunnen dan niet meer geslagen worden en blokkeren bovendien zetten van de tegenspeler (die er niet meer op kan landen).
Zodra een speler alle 15 eigen schijven naar zijn thuiszone (laatste 6 vakken op zijn parcours) gebracht heeft, begint zijn eindspel. Nu probeert hij deze schijven uit het spel te spelen. Bij een 3-5 b.v. mag een schijf op het vak 3 en 5 meteen van het bord. Liggen er op vak 5 geen schijven meer dan moet eerst een schijf op vak 6 vooruit. Liggen op 6 geen schijven dan mogen schijven vanop vak 4 meteen uit het spel.
Wie er als eerste in slaagt alle 15 schijven van het bord te spelen, wint het spel.
Backgammon wordt vaak gespeeld om punten, bijvoorbeeld als er voor geld wordt gespeeld. Er wordt dan onderscheid gemaakt hoeveel punten je krijgt bij winst. Je krijgt 3 punten als je een backgammon hebt gehaald. Dit betekent dat je tegenstander nog geslagen schijven in het midden van het speelbord heeft liggen of indien er nog schijven van je tegenstander in zijn startzone liggen. Je krijgt 2 punten als je een gammon hebt gehaald. Dit betekent dat nog geen enkele schijf van je tegenstander de thuiszone heeft bereikt. En je krijgt 1 punt als je tegenstander ook al bezig was met het verwijderen van zijn stukken van het bord.
Een speler die met redelijke kans verwacht te winnen kan het aantal punten waarvoor gespeeld wordt, aanbieden om te verdubbelen. De tegenstander kan dit accepteren, en dan telt het spel voor het dubbele aantal punten. Hierbij wordt een speciale dobbelsteen geplaatst bij de tegenstander met de verdubbeling waarmee wordt gespeeld omhoog. De tegenstander kan het verdubbelen ook weigeren, dan krijgt de speler die het verdubbelen heeft het aantal punten alsof hij normaal had gewonnen (dus met het aantal punten wat de verdubbelingsdobbelsteen aangeeft).
De speler waar de verdubbelingsdobbelsteen ligt kan later opnieuw verdubbelen. Zo kan één spel veel meer punten waard worden. Als het verdubbelen wordt geaccepteerd wordt de verdubbelingsdobbelsteen weer bij de andere speler gelegd, en als het wordt geweigerd verliest de speler die weigert het aantal punten wat de verdubbelingsdobbelsteen aangeeft. Dit kan meerdere keren worden herhaald. Er wordt bijna nooit meer dan vier keer verdubbeld in een spel, maar er is geen limiet aan. Ook al is de hoogste waarde op de verdubbelingsdobbelsteen 64, toch kan er daarna nog steeds worden verdubbeld.
Backgammon is redelijk eenvoudig aan te leren en mag beschouwd worden als een klassieker binnen de abstracte bordspellen. Laat je niet misleiden door de dobbelsteenfactor. Sommigen denken dat dit spel door geluk gedomineerd wordt. Dat is niet het geval. Inzicht in de patronen die kunnen ontstaan bij de verschillende dobbelsteencombinaties, je eigen schijven in bescherming nemen, je tegenstander opzadelen met nutteloze worpen zijn maar enkele van de fijne mechanismen die achter dit spelconcept schuilen. Backgammon verdient het om gespeeld te worden. Dat is ook de reden waarom in elke spellen verzameldoos dit spel voorkomt. Terecht.