Santiago 2003

Categorie:
Uitgever:
Land van oorsprong:
Beschikbare talen:
Richtprijs:
€ 23
Bron:

Omschrijving

Bron: Spellenlab
Santiago is een van de Kaapverdische eilanden ten westen van het Afrikaanse vasteland.
Als speler beheert men er plantages (aardappelen, bonen, paprika’s, bananen, suikerriet) die men per soort tot een groot aaneengesloten gebied probeert te vormen. Men krijgt immers bij het einde van het spel evenveel Escudo’s als wat het aantal eigen opbrengststenen vermenigvuldigd met het aantal identieke plantages die een gebied vormen, opbrengt. Heeft men bijvoorbeeld 2 opbrengststenen op een gebied dat uit 5 bananenplantages bestaat (horizontaal en verticaal met elkaar verbonden) dan brengt dit 10 Escudo’s op.
Om te voorkomen dat de opbrengsten zouden verminderen of volledig zouden verdorren door het hete klimaat moet men zorgen dat de eigen plantages zo snel mogelijk worden bevloeid. Zorg dus dat het water uit de bron via een netwerk van kanalen je percelen bereikt. Het is daarom noodzakelijk wat smeergeld achter de hand te houden om de huidige kanaalopzichter naar je hand te zetten. De geldstroom bepaalt immers de loop van het water.
Het sobere speelbord bestaat uit (3 op 4) 12 velden die elk uit 4 percelen bestaan. Deze velden worden van elkaar gescheiden door dikke bruine lijnen (grachten). Op een willekeurige kruising van twee van deze grachten wordt in het begin van het spel de bron geplaatst. Van daar uit vloeit het water, voorgesteld door blauwe houten stokjes, als een kanaal tussen de 12 velden. Elke speler start met een startkapitaal van 10 Escudo’s, 1 jokerkanaal, 1 voorkeurkanaal in zijn speelkleur en 22 opbrengststenen in zijn speelkleur.
Er zijn 5 soorten plantages die elk 9x voorkomen. Van elke soort zijn er 3 stuks die 1 arbeider en 6 stuks die 2 arbeiders aan het werk zetten en die respectievelijk 1 of 2 opbrengsten garanderen. Het spel verloopt over 11 ronden (bij 5 spelers over 9) en elke ronde bestaat uit de volgende 7 fasen:
1) Plantages omdraaien en bieden:
Van de 45 plantages worden er bij 3 of 4 spelers 44 gebruikt (1 plantage komt terug in de doos) die 4 verdekte stapels vormen. Bij 5 spelers 5 stapels van 9 kaartjes. Het bovenste kaartje van elke stapel wordt omgedraaid en elke speler doet een bod met zijn startkapitaal. De speler links van de kanaalopzichter begint. Elk bod moet verschillend zijn maar meerdere spelers mogen ook passen.
2) Het wisselen van de kanaalopzichter:
Hij die het laagst bod uitbracht of hij die het eerst paste wordt nu de huidige kanaalopzichter.
3) Plantage nemen en plaatsen:
De speler met het hoogste bod kiest het eerst een plantage en plaatst die samen met zijn opbrengststenen, volgens het aantal afgebeelde arbeiders, op het speelbord. Vervolgens is de speler met het tweede hoogste bod aan beurt of hij die het laatst heeft gepast indien er meerdere spelers gepast hebben. Belangrijk is wel dat de speler die past 1 opbrengststeen minder mag plaatsen dan de aanwezige arbeiders op het kaartje (kan dus ook geen enkel zijn) Het geld gaat naar de bank.
4) Kanaalopzichter omkopen:
Elke speler beginnend met de speler links van de kanaalopzichter heeft eenmaal de mogelijkheid om een voorstel voor het plaatsen van een kanaalstuk in te dienen of een voorstel van een vorige speler te ondersteunen ofwel te passen. Dient men een voorstel in dan legt men het kanaalstuk in zijn speelkleur tussen 2 velden en biedt de kanaalopzichter een bepaald bedrag aan dat men open voor zich neerlegt. De volgende speler kan zijn eigen voorstel indienen met een groter, gelijk of zelfs minder hoog bedrag. Hij kan echter ook een eerder voorstel ondersteunen door geld bij te bieden. Het is nu aan de kanaalopzichter om in te gaan op een van de voorstellen en het daarvoor geboden geld in zijn zak te steken ofwel kan hij zijn eigen zin doorvoeren en hiervoor 1 Escudo meer betalen aan de bank dan het hoogst geboden smeergeld.
5) Bijkomend kanaal plaatsen:
Om beurt kunnen de spelers hun joker kanaalstuk plaatsen. Men mag echter slechts een joker kanaal plaatsen per ronde. Zodra iemand dit beslist hebben de andere spelers, in de huidige ronde, daar geen mogelijkheid meer toe.
6) Invloed door de droogte:
Alle plantages die niet naast een kanaalstuk liggen verliezen een opbrengst. Plantages zonder opbrengststenen worden omgedraaid en blijven voor de rest van het spel als dor gebied op het speelbord liggen.
7) Ontwikkelingshulp ontvangen:
Elke speler krijgt 3 Escudo’s van de bank als ontwikkelingshulp maar in praktijk wordt dit meestal gebruikt als smeergeld (hmm).
Santiago is zo’n typisch spel waarbij men zaken moet afwegen, het woord dilemma is niet uit de lucht. Moet men veel geld bieden om een bepaalde plantage te krijgen, heeft men dan nog genoeg geld achter de hand om de kanaalopzichter om te kopen om zijn duur betaalde plantage niet te laten verdorren. Wil je als opzichter smeergeld ontvangen, dan moet men zich in de huidige ronde wel tevreden stellen met de laatste plantage keuze.
Veel rekenen helpt wel maar of dit de speelvreugde ten goede komt is een andere vraag.
Volgens mij een van de betere spellen van het laatste jaar. Het speelt zeer vlot, elke partij is steeds weer anders en de speelduur valt best mee. Na onze eerste testpartij waren we reeds heel enthousiast en die sfeer is gebleven na meerdere partijen.
Aantal spelers 3-5 spelers
Speelduur 46' tot 2u
Leeftijdscategorie Vanaf 9 à 12j
Moeilijkheidsgraad eenvoudig
Santiago