Bron: Spellenlab
In het kleine doosje zitten 24 dierenschijven in 4 verschillende kleuren. Elk dier heeft een eigen achtergrondkleur. Deze kleur bepaalt wat het dier graag eet: wortelen (oranje), sla (groen), suiker (wit) of graan (geel). Van elke kleur zitten 4 houten voorwerpen in de doos: oranje wortels, groene knikkers, witte blokjes en gele ronde schijven.
Elk kind krijgt vier verschillende voorwerpen. De dieren worden per achtergrondkleur gesorteerd en in vier open stapels midden op tafel gelegd. De vier bovenste dieren hebben honger en de spelers proberen hen te lokken met het juiste voedsel. Dit gaat als volgt: elk kind kiest in het geheim één lekkernij en pakt deze voorzichtig in zijn gesloten vuist. De andere drie lekkernijen worden in de andere hand bewaard. Elk kind plaatst zijn gesloten vuist op tafel en alle vuisten worden tegelijk geopend. Enkel het kind dat als enige een bepaalde lekkernij in zijn hand heeft, lokt het overeenkomstige dier naar zich toe. Van zodra twee of meer spelers hetzelfde aanbieden, weet het bewuste dier niet waar naar toe gelopen...
Ronde na ronde bieden de spelers in het geheim een lekkernij aan en hopen op deze manier zo veel mogelijk dieren te verzamelen. Het spel eindigt zodra één van de vier open dierenstapels opgebruikt is. Het kind dat nu de meeste dieren kon verzamelen, wint dit amusante blufspelletje.
Sommige kinderen hebben moeite met de grootte van de verschillende lekkernijen. Zo is b.v. de gele graankorrel groter dan de groene slaknikker. Maar niet iedereen heeft hier zoveel last van. Het bluffen zelf valt erg goed mee. Het is immers niet zo vanzelfsprekend dat kinderen vanaf 5 jaar met een uitgestreken gezicht iets aanbieden. Meestal verraden ze zich door heel lang naar een bepaald dier te kijken. Maar door het feit dat het bluffen zo vlug na elkaar gebeurt, hebben niet veel jonge spelers aandacht voor elkaars gedrag.
Kinderen begrijpen het spel zeer goed omdat zowel de dieren als het voedsel heel goed gekend zijn. Omdat er steeds tegelijk gespeeld wordt, ontstaan geen wachtpauzes tot je weer aan de beurt komt. Meestal kiezen de kinderen om na een volledige partij nog een tweede zelfs derde partij te spelen. Het spel speelt het best met vier. Met meer materiaal kan een partij met vijf of zes spelers overwogen worden. Je zou het dus niet vermoeden, maar dit kleine doosje herbergt een pittig blufspelletje voor jonge kinderen.