Bron: Spellenlab
Elke speler heeft vier kaarten open op tafel liggen. Elk om de beurt neem je een dier van de gedekte stapel in het midden van de tafel. Dan heb je drie mogelijkheden: je kan een paar maken met één van je eigen kaarten, je kan een paar maken met één van de kaarten van je tegenspeler of je kan geen paar maken. Telkens wanneer je een paar kan maken, mag je dit doen en op je eigen gewonnen stapel leggen. Kan je geen paar maken? Dan leg je de kaart neer in jouw rij zichtbare kaarten. Daarna is het aan de volgende speler.
Het is een heel erg eenvoudig spel. Je moet enkel exact hetzelfde dier zoeken.
Het 'afnemen' van een kaart van een tegenspeler is een grotere uitdaging, waar jonge spelers aan gewoon moeten worden. Dit spel leert de spelers dat je niet hoeft te verliezen, ook al worden er veel kaarten van je afgenomen. De volgende keer kan jij onmiddellijk een kaart terug nemen. Ze leren spelenderwijs dat het er niet toe doet hoeveel kaarten je zelf voor je hebt liggen in je eigen rij. Dat is voor de jonge spelers een uitdaging om de moed hierdoor niet te verliezen. Maar op een laagdrempelige manier leren ze hier dus heel goed mee omgaan aan de hand van dit spel.
Verder is het materiaal erg duurzaam en aantrekkelijk vormgegeven.
Geluk staat centraal in dit spel. Je hebt er zelf weinig impact op of speldoorzicht voor nodig.
Testgroepen:
- Topper! Stevige kaarten, leuk en klein, praktisch spel!
-> 1ste kleuter: eerst als gewone memory gespeeld. Daarna met de correcte spelregels gespeeld.
-> 2de kleuter: direct te spelen, mooie vormgeving
-> derde kleuter --> in het begin van het schooljaar hadden ze echt nog begeleiding nodig.
-> klas 1/2: juf was grote fan!
- Heel aantrekkelijk.
- De oudere kleuters konden de vorm van de dieren al herkennen en ging gericht kijken. Bij jongere spelers zijn sommige dieren moeilijker te herkennen.