Bron: Spellenlab
Dit in eigen beheer uitgebracht spel doet een eerlijke poging om het echte tennis in een tactisch kaartspel om te zetten.
De grote doos bevat een speelbord waarop een tennisterrein getekend staat. Dit terrein is onderverdeeld in een aantal genummerde zones (zelfde codering aan beide zijden van het net). Beide spelers plaatsen hun pion buiten het veld (zoals bij de start van een tennispartij). Vanuit deze positie kan de eigen pion het veld twee vakken in elke willekeurige richting betreden. Eenmaal de pion in het eigenlijke speelveld staat, kan hij nog maar één aangrenzend vak bereiken.
Elke speler krijgt vier kaarten. Telkens hij er eentje uitspeelt, vult hij zijn hand terug aan tot vier. Deze kaarten bevatten voornamelijk de codes van alle vakken op het terrein. Speelt iemand b.v. de kaart 'A2' uit dan slaat hij bij wijze van spreken de bal naar vak A2. Als de pion van de tegenstander niet in het bereik staat van vak A2, dan sloeg de eerste speler een winnende bal. In het andere geval speelt de tweede speler ook een kaart uit om de bal terug te slaan. Het is jammer dat de auteur geen balletje of zo meelevert om beter te kunnen zien naar welk vak de bal telkens geslagen wordt. Beide spelers moeten dit telkens aflezen van de laatst uitgespeelde kaart.
Het spel start zoals in het echte tennis met een opslagbeurt. Als die speler toevallig een 'AS'-kaart bezit, slaat hij een 'ace'. De kaart 'Netz A3' is een opslag die de netrand raakt, maar gelukkig in het serveervak terecht komt. Tijdens de gewone balwisseling kan dit een punt betekenen als de tegenstander op dat moment twee vakken verwijderd staat van vak A3. Er zijn nog enkele andere leuke kaarten beschikbaar zoals de 'Stop'-kaart die de speler toelaat om een dropshot te spelen waar de tegenstander enkel bijkan als die op dat moment effectief op het gespeelde vak staat.
De doos bevat een groot scorebord (met draaiwielen) om de typische tennispuntentelling bij te houden.
Dit spel charmeert. Als speler heb je steeds de keuze uit vier kaarten, waardoor je enige tactiek in het spel kan brengen. Je moet steeds goed kijken op welk vak je tegenstander staat om een bal (kaart) te spelen naar een onbereikbaar vak. Op het juiste moment je ace serveren is ook heel belangrijk. Soms is het nuttig om een 'Uit'-kaart te spelen bij je eerste opslag en te hopen op een betere nieuwe kaart. De terreinindeling is doordacht: drie rijen vakken tussen opslaglijn en net. Aangezien een pion tijdens het spel slechts naar aangrenzende vakken kan bewegen, kan je hierdoor soms iets forceren.
De lay-out zou vandaag veel beter uitgewerkt worden, maar hier stoort dit niet echt. Deze doos vonden wij in de beroemde Hall 9 van de beurs in Essen. En daar zijn we nog steeds heel tevreden over.