Panic Mechanic 2001

Rondom een speelmechanisme moeten vier auto's zo vlug mogelijk terug in elkaar gemonteerd worden. Alle beschikbare onderdelen liggen kriskras door elkaar. Het mechanisme wordt opgewonden (dit is een spel zonder batterijen) en iemand drukt op de rode knop waardoor de tijd (max. 30 seconden) begint te lopen.
Iedereen probeert nu als eerste zijn auto in de juiste volgorde te assembleren. Eerst moet het chassis over de montagepaal geschoven worden. Daarna worden de voor- en achterwielen gemonteerd, daarop komt het grijze motorblok met daar overheen de motorkap. Ondertussen moet achteraan een kofferdeksel en koffer opgeklikt worden. Als je denkt dat je auto helemaal af is, neem je je eigen maffe monteur en schuift die in de montagepaal. Hierdoor wordt jouw auto netjes vergrendeld en springen alle andere auto's in de lucht waardoor hun onderdelen in het rond vliegen. De speler wiens auto het eerste afgewerkt is, wint de ronde. Wie het eerst drie ronden wint, wint uiteindelijk ook het spel.
Dit spel wordt onder een hoge tijdsdruk gespeeld. Het systeem maakt het nodige lawaai en alle onderdelen van alle auto's liggen hopeloos door elkaar waardoor alle ingrediënten aanwezig zijn om je behoorlijk opgejaagd te voelen.
Op de doos staat een beginleeftijd van 4 jaar. Dat lijkt ons niet haalbaar. De opbergmogelijkheden zijn heel zwak. Voor een spel met zoveel losse onderdelen hadden we minstens een afsluitbare plastic zak verwacht. Nu moet alles rommelig in de grote doos gegoten worden waardoor de kans op verlies en schade enorm groot wordt. Dit had veel beter verzorgd moeten worden.