Bron: Spellenlab
Heel veel kleine zeehonden spelen op het ijs. Ze duwen elkaar opzij en schuiven bovenop elkaar. Maar opgepast: in het midden van de ijsplaat is een gat naar het koude water!
Het houten speelbord wordt op drie steunen geplaatst en staat daardoor zo'n 4 cm hoger dan de tafel. Dit bord stelt een grote ijsplaat voor waarop de zeehonden spelen. Goed ontworpen, maar doordat de plank blauw geschilderd werd, krijg je het gevoel dat de zeehonden eerder in het water zwemmen dan op een ijsschots. Het centrale gat wordt bovendien bedekt met een witte kleine ijsschots, wat de indruk versterkt dat je niet op het ijs speelt. Spuit die grote ijsschots dus eerst in het wit en je krijgt een prima startsituatie.
Elke speler neemt een zestal zeehonden in één kleur. Wie aan de beurt komt, gooit een kleurendobbelsteen. De kleuren verwijzen niet naar de deelnemende zeehonden, maar wel naar vier mogelijke duwvorken. Elke duwvork is uit hout en kan een zeehondje 5 - 6,5 - 8 of 9,5 cm van de rand naar het midden (gat) duwen. Als je één van de drie kleinste duwers dobbelt, dan plaats je een eigen zeehond aan de rand van de ijsschots (speelbord) met zijn neus richting centrale gat. De plaats aan de rand kies je zelf. Eventueel mag je het hele systeem wat draaien, waarbij je natuurlijk moet zorgen dat er niets beweegt of omvalt. Vervolgens neem je de gedobbelde duwvork en duw je je eigen zeehond richting centrum. Het is nu niet meteen de bedoeling dat je je eigen zeehonden zo vlug mogelijk in het water laat duikelen. Integendeel: wie de meeste andere zeehonden in het water kan duwen en dus de meeste eigen zeehonden op de ijsschots over heeft, zal het spel winnen.
De langste duwvork is zwart. Als je die dobbelt, plaats je een eigen zeehond maar dan moet je blind duwen totdat je iets van de plaat hoort vallen. Dat lijkt makkelijk. Maar dat is nog niet zo eenvoudig (zelfs voor volwassenen...). Eenmaal je blind begint te duwen, verlies je elk gevoel voor richting en je schrikt soms behoorlijk als je nadien kijkt welke ravage je veroorzaakt hebt.
Als speler heb je een klein beetje gevoel van tactiek, omdat je zelf de plaats bepaalt waar je eigen zeehonden op de ijsschots 'kruipen'. Die keuze is belangrijk en zal door kinderen vlug genoeg doorzien worden. Het systeem met de duwvorken is knap bedacht. Het werkt zeer goed. Vooral de zwarte blinde duwvork zorgt voor behoorlijk wat spanning.
Het enige minpunt is de ijsschots. Naast het feit dat die blauw geschilderd is, staat die niet zo stabiel op zijn drie steunpunten. Als je het hele systeem wil draaien, moet je bijzonder goed oppassen of de ijsschots zakt door zijn poten. Je lijmt best de drie steunpunten aan de ijsschots vast. Het geheel kan toch weer netjes in de doos. Wie dus eerst wat wil schilderen en lijmen, zal een knap spel in huis halen voor kinderen vanaf 4 jaar. Ook volwassenen proberen dit schuifspel maar al te graag even uit.