Bron: Spellenlab
Op een open plek in het bos hebben de kleine beren een plek om te spelen aangelegd. Op een spiraalvormig pad van mos kunnen drie verschillende spellen uitgeprobeerd worden.
Bij 'Fra-Bo-Ho' proberen de spelers frambozen, bosbessen, honing en andere bosvruchten te verzamelen. Wie hiervan de meeste kan verzamelen, wint het spel.
Vooraf worden 14 kaartjes, waarop zes verschillende bosvruchten staan afgebeeld, goed gemengd en over willekeurige mosvelden verdeeld. Wie aan de beurt komt, dobbelt en verplaatst zijn grote houten beer evenveel velden over het pad (vooruit of achteruit). Wie op een mosveld komt te staan waarop nog een kaartje ligt, mag het kaartje houden als hij weet wat eronder ligt. Raadt de speler dit niet, dan wordt het kaartje terug omgedraaid (memory-principe) en kan een volgende speler zijn kans wagen.
De beren huppelen in dit spel vrolijk vooruit of achteruit en wie goed kan onthouden waar, welke kaartjes liggen, kan er het meeste van verzamelen.
Het tweede spel heet 'Berenrace'. Hier proberen alle beren als eerste aan te komen op het einde van de spiraal. Maar onderweg moeten drie hindernissen, nl. drie boompjes, overwonnen worden.
Bij aanvang worden drie grote houten bomen op drie willekeurige velden van het parcours geplaatst. Deze bomen moeten opgeruimd worden. Dit kan door met je beer precies op dat vakje terecht te komen. Dobbel je iets anders dan moet je beer blijven staan. als compensatie mag je de volgende keer twee keer dobbelen. Lukt het nog niet om de boom op te ruimen, dan mag je de volgende beurt drie keer dobbelen, enz. Dit spelelement is knap gevonden om de spanning toch te kunnen behouden. De spelertjes hebben niet het gevoel hopeloos overgeleverd te zijn aan de willekeur van de dobbelsteen.
Het derde spel wordt 'Boompjes planten' genoemd. Wie het eerst drie bomen kan planten, wint. De 14 kaartjes met bosvruchten worden blind over de velden verdeeld en elke speler krijgt drie bomen. Ook hier wordt er gedobbeld en mag de eigen beer evenveel plaatsen vooruit of achteruit over het parcours. Landt de speler op een veld met een kaartje en blijkt dit kaartje een besachtige vrucht te dragen, dan mag de speler daar een boom planten. Elke omgedraaide kaart verdwijnt uit het spel. Enkel als de kaart iets anders toont (b.v. een paddestoel of een eikel) heeft de speler pech en kan in die beurt geen boom geplant worden.
Drie eenvoudige kleuterspellen met aantrekkelijk houten materiaal zorgen voor een product met een relatief hoge herspeelbaarheidsfactor. Niet slecht!