Bron: Spellenlab
Soms heeft een mens heel veel geluk. Zoals die zondagochtend in september 2002. Op een plaatselijke rommelmarkt vond ik twee gave exemplaren van de Nederlandstalige versie van deze klassieker van Sid Sackson, en dan nog wel op amper 20m van elkaar.
Ik leerde het spel kennen door de later bewerkte versie bij Franjos. Dit origineel heeft een abstract speelbord in een achthoek, terwijl Franjos er voor koos om in een rechthoek te werken (wat eigenlijk wel beter functioneert).
Vier spelers proberen als eerste drie kolommen te veroveren. Deze kolommen dragen de getallen 2 tot 12 en zijn verschillend in lengte. Dat moet ook, omdat je met twee dobbelstenen statistisch meer een 7 dobbelt dan b.v. een 3. Hoe groter de kans een bepaalde som te dobbelen, hoe hoger die kolom.
Wie aan de beurt komt, gooit vier dobbelstenen. Deze worp moet nu in twee sommen verdeeld worden. Wie b.v. een 1-5-4-6 dobbelt kan als som 6 en 10 kiezen, maar evengoed 9 en 7. Wat je ook kiest, je moet wel rekening houden dat je tijdens je beurt maximaal drie kolommen kan bezetten. Wie dus als som 6 en 10 kiest, moet twee van de drie beschikbare speciale pionnen plaatsen op het laagste vakje van de kolommen 6 en 10. En nu komt het: de speler mag verder dobbelen of beslissen te stoppen. Wie verder dobbelt, zoekt weer twee sommen bij elkaar en plaatst of verschuift de bijbehorende pionnen op het speelbord. Had je b.v. opnieuw een 10, dan schuift die pion een stapje hoger richting top. Zodra je drie pionnen geplaatst zijn, moet je oppassen. Als je volgende dobbelsteenworp geen sommen oplevert waar je drie pionnen staan, heb je serieus pech: de drie pionnen verdwijnen van het speelbord en je moet de volgende keer weer helemaal opnieuw beginnen.
Wie echter zo verstandig was - ondanks de druk van de medespelers die voortdurend beweren dat het zeker nog geen tijd is om te stoppen - mag onder die drie pionnen een eigen gekleurde speelsteen plaatsen. Dat betekent dat je in die kolommen bij je volgende beurt niet meer helemaal onderaan moet herbeginnen. Bij je volgende beurt heb je dus reeds een stukje van bepaalde kolommen veroverd.
Zodra iemand het bovenste vakje van een kolom bereikt, is die kolom veroverd en kan niemand nog een poging doen om deze kolom te bezetten. Wie het eerst drie kolommen verovert, wint dit spannende dobbelsteenspel.
De sfeer die dit spel oproept is uniek. Stop ik of stop ik niet? Laat ik me doen door de 'aanwijzingen' en 'tips' van mijn medespelers die plotseling over hogere statistische vaardigheden denken te beschikken?
Can't Stop is goed, zelfs heel goed. Iedereen moet dit beslist eens gespeeld hebben. Dank je wel plaatselijke rommelmarkt voor zoveel geluk op eenzelfde zondagvoormiddag.