Monopoly: Junior 2001

De juniorversie van Monopoly werd nog eens in een nieuw kleedje gestopt. Daarbij is inhoudelijk niets veranderd. Alleen de lay-out werd opgefrist. De bankbiljetten zien er wat anders uit evenals de centrale tekening op het speelbord. Jammer genoeg heeft men ook nu niet elk vakje voorzien van een kleine (leuke) tekening van de bijbehorende attractie. Alleen op die manier zouden kinderen helemaal zelfstandig dit spel kunnen spelen. In de vorige editie waren hier en daar wel enkele hulptekeningetjes aanwezig, nu ontbreken ze nagenoeg overal.
2 tot 4 kinderen gaan op stap in een pretpark en proberen - hoe kan het bij Monopoly ook anders - de meeste centjes te verzamelen. Enerzijds geven ze geld uit bij de attracties van hun vriendjes, anderzijds baten ook zijzelf één of meer kraampjes uit. Wie ‘eigenaar’ wordt van een of andere attractie, mag hier onmiddellijk een eigen kassa (= huisje) op dat veld plaatsen. In deze versie is er dus geen gedoe met aparte eigendomsbewijzen.
Voor de rest zijn de meest typische Monopoly-acties heel mooi en al dan niet wat vereenvoudigd in deze juniorversie verwerkt: start passeren is zakgeld krijgen, kanskaarten trekken, stationsvelden zorgen voor een dubbele beurt, de gevangenis werd een snackbar, dubbele inkomsten bij het bezit van beide attracties van dezelfde kleur.
Wie uiteindelijk als eerste al zijn zakgeld heeft opgebruikt verliest en beëindigt het spel. De speler die op dat moment nog over het meeste zakgeld beschikt, wint. Volgens de spelregels wordt de waarde van elke eigen attractie daar niet bij opgeteld!
Deze juniorversie is uitermate geschikt om kleuters, die reeds met de getallen 1 tot 5 overweg kunnen, een eerste (financieel) bordspel aan te leren.