Bron: Spellenlab
Het spel wordt zodanig tussen beide spelers in geplaatst dat elke speler uitsluitend de eigen kant van het verticale ‘speelbord’ kan zien. Bovenaan zijn enkele gleufjes voorzien waar ze elk hun vijf genummerde schijfjes in de juiste volgorde kunnen schuiven. Wie aan de beurt is, mag nu aan één van de vijf wieltjes draaien en proberen een (of meer) van zijn schijven naar beneden te doen schuiven. Afhankelijk van de stand van de andere wieltjes lukt dit al dan niet voor een groot stuk. Door dit gedraai zal het vaak gebeuren dat ook een of meer schijfjes van de tegenspeler op weg gaan naar beneden. Dit is moeilijk te doorzien of in te schatten want de openingen in de wieltjes zijn aan beide kanten van het speelbord niet gelijk.
Bedoeling bij dit alles is om als eerste je vijf schijfjes in de juiste volgorde (!) doorheen het speelbord te loodsen. Lukt dit, dan ben je gewonnen. Is de volgorde niet correct, dan verlies je de partij.
Tactiek lijkt afwezig en toch is er één heel belangrijke regel die je wat kan helpen: er mag nooit twee keer direct na elkaar aan hetzelfde wieltje gedraaid worden. Als je daar wat rekening mee houdt en je volgt de bewegingen van je tegenspeler, dan kun je toch enige controle behouden.
In het boekje staan ook nog enkele varianten vermeld om met z’n tweeën of zelfs met z’n vieren te spelen.
Dit spel zal veel plezier meebrengen want het is enig in zijn genre.