Cuckooo! is voor 3-5 spelers met als doel om elke ronde zo dicht mogelijk bij 21 te komen zonder dat totaal te overschrijden.
Cuckooo! 2017
Categorie:
Uitgever:
Auteur:
Bron:
Omschrijving
Bron: Spellenlab
Het spel maakt gebruik van muskaarten, uilkaarten en raaftegels en eksterkaarten. Bij de start krijgt elk 7 muskaarten, twee willekeurige uilkaarten. Bij de AFLEGRIJ worden de raaftegels gelegd (dit zijn er evenveel als het aantal spelers).
Bij de start van een ronde geef je drie kaarten aan je medespeler.
Degene met hoogste muskaart in de hand, start de ronde.
• Je kan muskaart afgedekt in je kudde leggen. Je kunt maximaal twee mussen in je kudde hebben.
• Leg een muskaart in de aflegrij met hetzelfde nummer of kleur als de laatst afgelegde kaart in deze rij.
• Als je niet kan afleggen, leg je alle kaarten afgedekt op de stapel bij de raaftegels, en neem je de raaftegel met de hoogste waarde, en voeg je die toe aan je kudde.
Zodra slechts één speler kaarten in de hand heeft, mag hij nog één keer spelen. Daarna mag iedereen zijn definitieve kudde samenstellen door nog één uil weg te gooien.
Daarna wordt een eksterkaart omgedraaid. Als de som van je kaarten kleiner is dan eksterwaarde, dan scoor je niets. Als de som meer is dan 21, dan scoor je ook geen punten. Maar als je de ekster verslaat zonder over de 21 te gaan, krijg je een deel van de buit van de ekster, wat 5-7 zilveren munten is, afhankelijk van het aantal spelers. Iedereen die 21 heeft geraakt, krijgt precies een speciale gouden munt bovenop een deel (of alle) van de buit.
Je speelt vier rondes. Op het einde worden de munten samen geteld.
Op zich eenvoudig spel met degelijk materiaal. Hoe meer je het speelt, hoe tactischer je gaat spelen, hoe leuker het wordt.
Het spel vraagt de nodige concentratie om te onthouden welke mussen afgelegd werden in je kudde, welke uilkaart je best weggooit, … om 21 te benaderen. Zo moet je ook proberen bij te houden welke kaarten de andere spelers nog in de hand hebben, zodat je kan blijven afleggen. Niettegenstaande kan ook zijn dat je al je kaarten wil weggooien en zo een raaftegel te verzamelen, … of dat je je medespeler wil beletten om kaarten af te leggen.
Bij de start van een ronde geef je drie kaarten aan je medespeler.
Degene met hoogste muskaart in de hand, start de ronde.
• Je kan muskaart afgedekt in je kudde leggen. Je kunt maximaal twee mussen in je kudde hebben.
• Leg een muskaart in de aflegrij met hetzelfde nummer of kleur als de laatst afgelegde kaart in deze rij.
• Als je niet kan afleggen, leg je alle kaarten afgedekt op de stapel bij de raaftegels, en neem je de raaftegel met de hoogste waarde, en voeg je die toe aan je kudde.
Zodra slechts één speler kaarten in de hand heeft, mag hij nog één keer spelen. Daarna mag iedereen zijn definitieve kudde samenstellen door nog één uil weg te gooien.
Daarna wordt een eksterkaart omgedraaid. Als de som van je kaarten kleiner is dan eksterwaarde, dan scoor je niets. Als de som meer is dan 21, dan scoor je ook geen punten. Maar als je de ekster verslaat zonder over de 21 te gaan, krijg je een deel van de buit van de ekster, wat 5-7 zilveren munten is, afhankelijk van het aantal spelers. Iedereen die 21 heeft geraakt, krijgt precies een speciale gouden munt bovenop een deel (of alle) van de buit.
Je speelt vier rondes. Op het einde worden de munten samen geteld.
Op zich eenvoudig spel met degelijk materiaal. Hoe meer je het speelt, hoe tactischer je gaat spelen, hoe leuker het wordt.
Het spel vraagt de nodige concentratie om te onthouden welke mussen afgelegd werden in je kudde, welke uilkaart je best weggooit, … om 21 te benaderen. Zo moet je ook proberen bij te houden welke kaarten de andere spelers nog in de hand hebben, zodat je kan blijven afleggen. Niettegenstaande kan ook zijn dat je al je kaarten wil weggooien en zo een raaftegel te verzamelen, … of dat je je medespeler wil beletten om kaarten af te leggen.
