Le Château des Mots 2000

Het speelbord toont een kasteel. De voorgevel bevat 5 rijen met 5 vensters. Bovenin het kasteel wordt een woordkaartje geplaatst. Dit woord bestaat steeds uit 4 of 5 letters. Naast het kasteel worden 126 letterkaartjes open gelegd (die de vorm van een venster hebben). De speler aan beurt moet op de eerste rij vensters letterkaartjes plaatsen zodat het gepresenteerd woord in één letter verschilt. De volgende speler moet dit nieuwe woord met weer één letter veranderen, enz.
Een voorbeeld maakt veel duidelijk: de opdrachtkaart bevat het woord ‘fille’. Dit kan achtereenvolgens veranderd worden in ‘bille’, ‘mille’, ‘malle’, ‘balle’ en ‘belle’. Elk woord dat je kan veranderen brengt 1 punt op. Soms kan je ook 2 punten krijgen. In elke rij vensters is immers steeds een ander venster bezet door een figuurtje. Als je deze plaats in het woord wijzigt door een nieuwe letter, scoort je nieuwe woord 2 punten.
Na het vijfde nieuwe woord (alle vensters zijn bedekt door letterkaarten) wordt een nieuw startwoord geplaatst.
Zodra b.v. 20 woordkaarten gebruikt werden, eindigt het spel. Wie nu de meeste punten gescoord heeft, wint dit letter-woordspel.
Het spelregelboekje suggereert ook een spelvorm waarbij je een woord van 4 letters kan uitrekken tot eentje van 5 letters of een vijfletterwoord terug kan inkrimpen tot een woord van 4 letters.
Deze doos vermeldt een startleeftijd vanaf 5 jaar. Dat kan best zijn voor kinderen die Franstalig opgevoed zijn. Wil je dit spel integreren in het taalonderwijs in Vlaanderen dan moeten je leerlingen beslist veel ouder zijn. Je moet immers over een voldoende grote woordenschat beschikken om dit spel te kunnen spelen. Maar het idee daagt wel uit. Mijn eigen kinderen (rond de 18 jaar oud) konden zonder veel problemen nieuwe woorden vormen. Voor deze vaardigheid moest ik echter passen. Mijn Franse lessen zitten immers meer dan 25 jaar weggestopt in mijn geheugen...