Bron: Spellenlab
Dit spelmateriaal wordt gebruikt om zelf verhalen te verzinnen.
10 motiefkaarten stellen elk een ander hoofdpersonage voor (een schaatsend kind, een circusdirecteur, een poes,...). Bij elk hoofdpersonage horen 5 beeldkaarten. De kinderen zoeken nu eerst evenveel verhalen uit als er spelers deelnemen aan de partij. Voor elk deelnemend verhaal wordt het hoofdpersonage en de vijf bijbehorende beeldkaarten uit de doos gehaald. De beeldkaarten worden goed gemengd en verdekt op tafel gelegd. De motiefkaarten (= hoofdpersonages) worden ook verdekt klaar gelegd. Elk kind kiest nu één zo’n hoofdpersonage en weet nu welk verhaal moet verzameld worden.
Het doel van het spel bestaat erin om alle vijf beeldkaarten van zijn verhaal te zoeken om daarmee een mooi verhaal te verzinnen en dit aan zijn medespelers te vertellen.
Het jongste kind begint. Het draait een beeldkaart om. Past deze beeldkaart bij zijn verhaal, dan mag de speler de kaart behouden en open voor zich neerleggen. Past de kaart niet, dan wordt ze terug verdekt op tafel geplaatst. Wie het eerst alle vijf kaarten bezit, wint het spel. Maar de andere medespelers draaien nu nog de resterende kaarten - om beurt - om totdat iedereen zijn vijf beeldkaarten bezit.
Nu begint het sorteren. Elk kind plaatst zijn vijf beeldkaarten in een volgorde naar keuze, zodat een samenhangend verhaal kan verteld worden. Wie dat wil, mag zijn hoofdpersonagekaart ook in dit verhaal gebruiken.
Als iedereen zijn kaarten heeft gesorteerd, mag de winnaar van het spel zijn verhaal vertellen. Daarna vertellen de andere kinderen om beurt hun eigen verhaal.
Deze doos kan in om het even welke taal gespeeld worden, omdat de kaarten zelf enkel uit beeldmateriaal bestaan. Erg jonge kinderen (4 à 5 jaar) moet je na het verzamelen een beetje op weg helpen door b.v. de eerste drie kaartjes van hun verhaal zelf in een logische volgorde te plaatsen. De twee resterende kaartjes moeten ze dan zonder problemen kunnen vervolledigen tot een zinvol verhaal. Want daar komt het op neer. Hoe maak ik van vijf kaarten een zinvol verhaal? De vijf beeldkaarten per verhaal horen echt wel bij elkaar. Met de volgorde kan je zelf wat spelen. Meer ervaren kinderen kan je de opdracht geven om twee verhalen gelijktijdig te verzamelen en te vertellen.
Knap idee en heel mooi uitgewerkt.