Mein erstes Naturspiel - Wie Tiere groß werden 1993

Een eenvoudig en toch geniaal spelconcept: een soort opbouwende Memory.
Zeven reeksen van elk vijf kaarten tonen zeven dieren van bij hun geboorte tot ze groot geworden zijn (b.v. van kikkerdril tot volwassen kikker). Elk van die 5 kaarten is genummerd van 1 tot 5 en heeft een eigen gekleurde rand. Zeven grote gekleurde schijven worden onder elkaar op tafel gelegd. De 35 kaarten liggen verdekt door elkaar klaar.
Wie aan de beurt komt, draait een kaart naar keuze om en mag die bij één van de zeven schijven plaatsen op voorwaarde dat het de eerste kaart is voor die rij of de volgende kaart in die reeks (nr. 3 mag pas gelegd worden als nr. 2 van dat kleur er reeds ligt). Past de kaart niet dan wordt die terug verdekt op tafel gelegd en komt de volgende speler aan beurt. Als de kaart wel in de reeks past, mag de speler aan beurt nog eens spelen.
Wie de vijfde (en dus laatste) kaart van een reeks kan leggen, krijgt de houten schijf als beloning. Als alle reeksen gevormd zijn, wint die speler die de meeste houten schijven kon verzamelen.
Het geheugenmechanisme is knap bedacht en werkt hier zeer goed. Je moet hier niet alleen onthouden waar welke kaart ligt, maar ook in welke reeks die kaart past en op welk ogenblik die kaart best omgedraaid wordt. Op die manier leren kinderen heel effectief de evolutie van elk dier in elke reeks kennen. Dit spel is duidelijk één van de betere leer-memory-spellen die we kennen. Knap.