Felix Flosse (Karel Kieuw) 1997

Karel Kieuw is een kleine haring die graag regenboosvisje speelt. Samen met zijn vrienden proberen ze een grote formatie te vormen. Er is echter een probleem: Bubbel, de grote vis, ligt steeds op de loer om de kleine haringen op te eten zodra ze uit de waterplanten zwemmen.
Het speelbord toont een onderwaterlandschap waar 20 haringen in de hoeken schuilen (in 4 verschillende kleuren). Een grote paarse - holle houten - vis ligt klaar op één van de 10 velden rondom een regenboosvis.
De kinderen proberen nu om alle haringen op de regenboosvis te plaatsen voordat de vraatzuchtige Bubbel er vier opslorpt.
Bij dit samenwerkingsspel dobbelen de spelers om beurt de visdobbelsteen. Deze toont drie keer een haring en drie keer Bubbel. Als de haring gedobbeld wordt, kiest de speler aan beurt een visje uit een van de hoeken van het speelveld. Dit visje mag naar het midden op de regenboogvis zwemmen. Indien de vraatzuchtige Bubbel gedobbeld werd, moet het kind met de tweede dobbelsteen gooien (met een 1, 2 of 3). Nu komt de grote vis in beweging en wordt 1, 2 of 3 vakjes verschoven. Het vakje waar Bubbel aankomt, toont wat Bubbel doet. Meestal eet hij een bepaald kleur van visje op (als er tenminste zo’n visje op de regenboogvis ligt), maar soms heeft die Bubbel te veel gegeten en spuwt hij alle kleine haringen die hij had opgegeten terug uit. Deze zwemmen terug naar de hoek van het speelveld. Af en toe is Bubbel ook verzadigd en doet helemaal niets.
Zodra alle spelers erin slagen om alle 20 haringen naar het midden te doen zwemmen, wint iedereen. Maar als Bubbel er echter in slaagt om vier haringen op te schrokken, verliest iedereen.
Dit coöperatief spel functioneert zeer goed voor de doelleeftijd. Het materiaal is aantrekkelijk en sluit heel goed aan bij het thema. De spelregels worden heel eenvoudig voorgesteld en het spel kent een logisch verloop. Dit is duidelijk een van de betere samenwerkingsspellen voor jonge kinderen.