Bron: Spellenlab
Het speelbord is een oprolbaar matje. Het toont een ovalen renbaan met 30 velden. Elk vak van het speelbord heeft een getal van 1 tot 10. Deze reeks wordt drie keer naeen herhaald. Deze getallen staan ook op de 110 renkaarten. Ofwel zijn ze zwart gedrukt in een rode cirkel (= maximumsnelheid), ofwel wit op een blauwe achtergrond (= toegelaten snelheid). Om de auto aan beurt te kunnen verplaatsen, moet de eigenaar een renkaart afleggen en uitvoeren. Komt het zwarte getal overeen met het vak waarop de auto vertrekt, dan wordt die auto evenveel velden verplaatst als aangegeven door dit getal. Komen beide getallen echter niet overeen, dan moet de auto evenveel rijden als aangeduid door het witte getal in het blauwe veld.
De volgorde van rijden wordt bepaald door de actuele stand van de auto's. Er wordt dus niet in zitvolgorde gespeeld. De leidende auto rijdt eerst, daarna de tweede, derde, enz. Na het uitspelen van een kaart en het verplaatsen van een auto, wordt steeds een nieuwe kaart van de afneemstapel genomen. Alleen wanneer een speler een turbokaart uitspeelt in combinatie met een andere kaart, mag slechts één kaart bijgenomen worden. Als 'neveneffect' voor het uitspelen van 2 renkaarten, verliest deze speler als het ware één handkaart. Deze handicap blijft behouden tot het einde van het spel! Is de afneemstapel opgebruikt, dan wordt de aflegstapel geschud en opnieuw gebruikt. Op het vak van aankomst wordt de auto steeds zo dicht mogelijk naar binnen geplaatst. De eerste auto die op een vak toekomt, staat dus steeds in de binnenbaan. Later toekomende auto's worden ernaast geplaatst. Op eenzelfde baanvak kunnen steeds maximaal 4 auto's naast elkaar staan. Komt in een zeldzaam geval toch nog een auto aan op dat baanvak, dan kan deze auto daar niet gezet worden en moet één veld terug geplaatst worden. Inhalen wordt door niets verhinderd. Een vak waarop reeds 4 auto's staan vormt dus geen barrière. Dit veld wordt gewoon meegeteld en de rijdende auto kan er voorbij. Hebben alle auto's een eerste keer gereden, dan wordt de procedure gewoon herhaald. Er wordt opnieuw begonnen met de leidende auto. Overschrijdt een auto het geruite startveld, dan wordt die ronde toch nog door alle auto's gereden. Hierdoor kan het voorkomen dat meerdere auto's de aankomstlijn passeren. De ronde moet uitgespeeld worden want de bereikte volgorde bepaalt de startvolgorde van de volgende ronde. De auto die nu in de laatste positie staat, wordt weggenomen en naast het speelbord geplaatst.
Vanaf de tweede ronde geldt een andere startprocedure. Alle nog deelnemende auto's worden in een aaneengesloten rij achter elkaar geplaatst. De winnende auto van de vorige ronde komt vooraan. De tweede auto komt daarachter, de derde nog eens, enz. Het verdere verloop van de spelronde is identiek aan de eerste spelronde. Na elke ronde valt de laatste auto af en wordt de nieuw startvolgorde vastgelegd. In de laatste spelronde rijden nog slechts 2 auto's mee voor de overwinning.
De puntentelling gebeurt als volgt: de eigenaar van de eerste uitgevallen auto krijgt 1 punt, de tweede 2 punten, de derde 3 punten, enz. De verliezer van de eindronde (= de tweede plaats) krijgt wel nog één bonuspunt extra. De uiteindelijke winnaar verdient 3 punten méér dan de tweede.
De firma Franjos heeft met dit renspel gebaseerd op kaarten een pareltje op de markt gebracht. Het spel verloopt grappig en heel vlug. Ook al lijkt de kansfactor in het begin heel groot, de spelers ondervinden al heel vlug hoe ze hun handkaarten moeten plannen. Dit spel is ruim aan te bevelen aan hen die een pittig autorenspel wensen te spelen.