Magellan 1966

Eerste editie: vierkante rode doos
- speelbord is een papieren wereldkaart
- kaarten en pionnen zitten in aparte kartonnen doosjes
- voor 6 spelers
Magellan wordt op een wereldkaart gespeeld; pionnen stelen jeeps, boten en vliegtuigen voor en verplaatsen zich volgens welbepaalde spelregels.
De spelers kunnen landen, die door aardrijkskundige kaarten worden voorgesteld, kopen en valoriseren. Elk land geeft een bepaald inkomen en iedere speler zal trachten om een zo hoog mogelijk inkomen te ontvangen.
Enkele geschiedkundige kaarten wijzigen af en toe het verloop van het spel.
Iedere speler krijgt een som geld, 5 jeeps, 3 boten en een vertrekbasis. Wie aan de beurt komt, gooit de dobbelsteen. Vervolgens onderzoekt hij de mogelijkheden die hem worden geboden door een reeks getrokken geschiedkundige en aardrijkskundige kaarten. Hij stelt vast dat b.v. België een interessant rendement heeft en besluit dit land te valoriseren. Een volgende speler aan beurt kan ofwel zijn eigen gang gaan of besluiten om samen met de vorige speler ook België te valoriseren. Daartoe proberen de spelers hun voertuigen naar het bewuste land te brengen. De eerste die er in slaagt om een jeep op het vak ‘Brussel’ te ontschepen, zal België mogen valoriseren door een bepaalde premie te betalen, waardoor hij steeds over een bepaald inkomen beschikt.
Na een bepaalde tijd heeft iedere speler boten en jeeps, die over de hele wereld verspreid zijn. Door deze voertuigen te verdelen over verschillend plaatsen, beschikt de speler over een maximum aan kansen om van de mogelijkheden te profiteren die hem door aardrijkskundige en geschiedkundige kaarten worden geboden. Het rendement van elk land bepaalt de keuze. Bovendien is het hebben van meerdere jeeps interessant om bij oorlogssituaties geen al te grote verliezen te lijden.