Dornröschen 2001

De spelertjes nemen de rollen aan van dappere Prinsen en zoeken zich een weg doorheen de doornstruiken richting kasteel. Ze proberen doorheen enkele hagen te klimmen om tot bij Doornroosje te raken om haar uit een honderdjarige slaap te bevrijden.
Bij dit spel wordt handig gebruik gemaakt van de doos van het spel. Er wordt een kasteel gebouwd in de doos waarin Doornroosje ligt te slapen op haar bed. De vier Prinsen moeten doorheen vier rijen van vier doornstruiken proberen te stappen. Na deze vier rijen wachten nog twee speciale rozenstruiken en tenslotte moet nog doorheen een grote rozendoorgang gewandeld worden. Enige nadeel van deze opstelling is dat alle spelers aan dezelfde zijde van de tafel moeten zitten. Elke doornstruik heeft immers een gekleurde rozenstruik op de rugzijde. Geen enkele speler mag deze achterzijde kunnen zien.
Om doorheen die doornstruiken te raken, moeten de spelers dobbelen. Als ze er vervolgens in slagen om de juiste struik om te draaien (kleur rozenstruik komt overeen met kleur dobbelsteen) of er staat al een juist gekleurde rozenstruik in de haag, dan mag de Prinsenfiguur van die speler een rang opschuiven. Wie op deze wijze er in slaagt om als eerste bij Doornroosje te komen, wint het spel.
Een partij duurt gemiddeld zo’n twintig minuten. De beoogde doelgroep (kinderen vanaf 4 jaar) heeft veel plezier aan dit spel en zal het ook vaak opnieuw willen uitproberen. Het spelverloop past heel goed bij het onderwerp. Wie dit sprookje nog niet kent, zal op het moment dat papa of mama het verhaaltje vertelt bij het slapengaan, onmiddellijk de link leggen.
De firma Klee heeft haar uiterste best gedaan om het materiaal zeer aantrekkelijk en functioneel te ontwerpen. De driedimensionale elementen verhogen het speelplezier. Het spelverloop is logisch en zeer intuïtief. Kortom: één van de betere sprookjesspellen op de markt.